De nacht in het hotel was gelukkig goed geweest. Waar we vorig jaar bijna letterlijk een slapeloze nacht hadden gehad, zat iedereen aardig uitgeslapen aan het ontbijt. Het was een prima ontbijtbuffet met pannekoekjes, vers fruit, croissantjes,  stinkende franse kaasjes en lekkere koffie. Rond een uur of negen zetten we koers met nog zo’n 400 kilometer te gaan.

Onderweg stopten we nog een keer voor wat broodjes en een grote fles water. Waar het ’s ochtends best best nog wel fris was geweest, was de zon inmiddels doorgebroken en voelde het zomers aan.

Voor het laatste stuk naar Concarneau kozen we dit jaar voor de toeristische route, weg van de snelweg. De weg liep door een aantal dorpjes waaronder Pont Aven en met een grote lach van herkenning reden we Concarneau binnen. De plek op de camping was gereserveerd en dus snel gevonden en het opzetten van de tent viel zoals elk jaar toch weer tegen.

Tegen zes uur vielen konden we dan toch eindelijk neerploffen voor de tent met chips en limonade voor Luus en Kilian en uit nederland meegebrachte Texelse biertjes voor papa en mama. Morgen een dagje rommelen bij de tent en boodschappen doen bij de Leclerc.

Wekenlang hadden we er al naar uitgekeken, dagen afgeteld, inkopen gedaan, alvast het karretje gehaald en toen was daar toch zomaar het moment dat de wekker om vijf uur ging. Luus en Kilian wakker gemaakt, ze stonden meteen te stuiteren en snel een broodje gegeten en wat gedronken. Om zes uur reden lieten we de Schoffel achter ons met Olaf die ons verbaasd na stond te kijken.

Onderweg was het heel duidelijk hoogseizoen. Hoewel het met de drukte op de weg nog wel meeviel waren de parkeerplaatsen vaak overvol en moesten we vaak doorrijden naar een volgende P om een plekje te vinden. In Frankrijk kwamen we ook echt weer traditioneel slechte parkeerplaatsen tegen waar de pislucht je tegemoet kwam als je uit de auto stapte en waar de koffieautomaten zonder blikken of blozen de koffie naast het bekertje uitspuugde nadat de 2 Euro in ontvangst was genomen. Los daarvan hadden we er allemaal zin in en waren we zo mooi op tijd dat we onderweg nog een extra pauze konden nemen.

Om vier uur kwamen we aan bij het Ibis Hotel “Porte de Bretagne”  in Caen, deze keer niet de budget versie maar de iets luxere omdat daar kamers met airco waren. Ironisch genoeg was het dit jaar voor het eerst niet echt warm en was de airco dus was overbodig. De kamers waren prima voor elkaar en omdat het hotel uitkeek op de McDonald’s was de keus voor het avondeten snel gemaakt.

Enigszins afgeschrikt door de late vakantie dit jaar (pas vanaf eind juli) en dus door het absolute hoogseizoen hebben we weer lang gezocht naar een plek waar we nog konden rekenen op wat rust en ruimte. De conclusie aan het einde was eigenlijk weinig verrassend… Waar vinden we een camping met strand, zwembad en voldoende ruimte? Waar spreken ze Frans en kunnen we fantastisch wandelen in een mooie omgeving? Juist, Concarneau. Ook Lucia en Kilian waren het er direct over eens toen dit werd voorgesteld, de camping met het mooie zwembad moest het worden.

Camping Les Pres Verts

Een plek was snel gereserveerd en toen brak het lange wachten aan. Zondag 30 juli, de dag na zwarte zaterdag, gaat het dan toch echt gebeuren. Met een overnachting in het Ibis Hotel in Caen, de luxere versie deze keer, rijden we in twee dagen naar de zuidkust van Bretagne. Nous nous réjouissons déjà!