De nacht in het hotel was gelukkig goed geweest. Waar we vorig jaar bijna letterlijk een slapeloze nacht hadden gehad, zat iedereen aardig uitgeslapen aan het ontbijt. Het was een prima ontbijtbuffet met pannekoekjes, vers fruit, croissantjes, stinkende franse kaasjes en lekkere koffie. Rond een uur of negen zetten we koers met nog zo’n 400 kilometer te gaan.
Onderweg stopten we nog een keer voor wat broodjes en een grote fles water. Waar het ’s ochtends best best nog wel fris was geweest, was de zon inmiddels doorgebroken en voelde het zomers aan.
Voor het laatste stuk naar Concarneau kozen we dit jaar voor de toeristische route, weg van de snelweg. De weg liep door een aantal dorpjes waaronder Pont Aven en met een grote lach van herkenning reden we Concarneau binnen. De plek op de camping was gereserveerd en dus snel gevonden en het opzetten van de tent viel zoals elk jaar toch weer tegen.
Tegen zes uur vielen konden we dan toch eindelijk neerploffen voor de tent met chips en limonade voor Luus en Kilian en uit nederland meegebrachte Texelse biertjes voor papa en mama. Morgen een dagje rommelen bij de tent en boodschappen doen bij de Leclerc.