We deden het rustig aan op deze weer zonovergoten ochtend. Na de Chocopops, croiassantjes en vers fruit werd er wat gerommeld rond en in de tent. Het plan voor vandaag hadden we gehaald uit een boekje dat we vorig jaar in Chamonix hadden gekocht: “Les plus belles randonees – Lacs et Cascades autour du Mont Blanc”. Daarin stond een relatief eenvoudige wandeling beschreven naar de gletschermeren van de (Aiguille de) Bionassay.
Met de tassen ingepakt reden we einde van de ochtend vol goed moed richting het noordwesten met als doel het nietige Le Clozat. Nadat we met de auto Les Contamines waren gepasseerd werd de weg steeds smaller en bochtiger en reed er alleen nog een stoere terreinwagen voor ons. Met een flashback naar eerdere adrenaline-rijke ervaringen op smalle bergpaadjes en een route die nog bijna een half uur ging duren, besloot papa dat het mooi was geweest en keerde om. Terwijl we ons op de terugweg afvroegen wat we dan nu gingen doen reden we als bijna vanzelf richting Combloux/Megeve, een tweetal mondaine dorpjes in de bergen boven Passy.
Nabij het centrum bleek er geen parkeerplek meer te zijn, alleen nog in het wat hoger gelegen deel van Megeve. Daar parkeerden de auto onder toeziend oog van sjiek uitgedost publiek dat zich richting de golfbaan begaf. Hoewel er wel wandelbordjes stonden bleken de wandelingen zelf pal langs de weg te lopen, geen pretje dus. De kaart liet zien dat er ook een kabelbaan vetrok naar het hoger gelegen Mont d’Arbois en nog net geen 70 Euro lichter werden we even later naar boven getakeld na een snelle lunch aan de rand van de golfbaan. Het gondeltje waar we in zaten rammelde, piepte en kraakte maar het deed nog zijn werk en op 1833 meter stapten we uit.
De omgeving van Megeve bleek overduidelijk gericht op de wintersport. De wandelroutes liepen over brede stoffige paden tussen de eindstations van waar in de winter de skiers uit de liftjes springen. Weinig inspirerend allemaal maar voor een inloopwandeling was het allemaal prima. Het uitzicht op het Mont Blanc-massief was ook fenomenaal al werden de toppen vandaag afgeschermd door een dikke laag bewolking die zich niet liet verjagen door de hitte van de zon.
Luus en Kilian liepen met wat gemopper door tot we op het hoogste punt waren, Mont Joux op 1958 meter. De ijskoude Orangina waar we ons op hadden verheugd werd door onze neus geboord omdat restaurant dicht was vanwege een verbouwing. Gelukkig konden we bij een iets lager gelegenberghut nog wel onze dorst lessen voordat we weer in de gondel naar beneden stapten.
Na wat snelle boodschappen bestond het avondeten uit Caprese met het restant van het stokbrood. Na nog wat tafeltennis liepen we in het donker nog even naar het meer en ploften we ruim na elf uur in onze bedden.