De allerlaatste dag diende zich dan toch weer aan, met drie weken zon, warmte en prachtige wandelingen konden we wel terugkijken op een hele mooie vakantie. Met al wat weemoed stapte papa vanochtend in de auto voor het ritje naar de bakker, de croissantjes werden bij terugkomst staand naast de tent opgegeten omdat alle stoelen al waren ingepakt. Het was goed te merken dat we gisteren al veel werk hadden verzet want het afbreken van de tent ging in een recordtijd, zeker ook omdat alles gortdroog was. Ondersteund door de koffie die Lucia en Kilian hadden gehaald bij het restaurant op de camping keken we elkaar om kwart over tien wat verbaasd aan, alles was ingepakt en we waren klaar voor vertrek.
Omdat het hotel in Dijon een rit was van drie uur trokken we onze zwemkleding aan, parkeerden we de volgepakte auto en aanhangwagen buiten de slagboom van de camping en liepen we naar het meer waar we een mooi plekje vonden in de schaduw. Van een medekampeerder die inmiddels al was vertrokken hadden we twe muntjes gekregen waarmee een sprong kon worden gewaagd vanaf een houten toren op een enorm luchtkussen. Hoewel Lucia en Klian allebei wat terughoudend waren geweest durfde Kilian het vandaa toch wel aan om de sprong te wagen. Bij aankomst bleek het luchtkussen nog niet te zijn opgeblazen, iets wat in een kwartiertje was geregeld waarna we met een uiterst vriendelijke medewerker mee werden genomen. Kilian begon vanaf het laagste platform, vermande zich en sprong met verve van de hoogste. Als bonus mocht hij gratis nog een keer.
Na de heldhaftige sprongen was het tijd voor lunch aan het meer waarbij het meegerbrachte stokbrood het moest afleggen tegen de Saucisse Frites, daarna gingen we voor een laatste plons in het meer. Rond twee uur stapten we sipjes in de auto en zetten koers naar Dijon. Het hotel was gelukkig weer heerlijk koel en de Mac zorgde voor maagvulling. Tot tien uur werd er op het terras van het hotel Uno Flip gsepeeld, wat een hele leuke variant bleek te zijn. Morgenavond weer in onze eigen bedden.