Het was vandaag de vertrekdag van de Booghjes die hier bijna drie weken hadden gestaan. Omdat Erik de rit in een keer wilde maken begon het inpakken op tijd. Na een snelle croissant, het nog even aanstampen van al het inpakwerk en het uitgebreid afscheid nemen, begonnen ze de rit naar Warmenhuizen. Het was wel even raar om de lege plek naast ons te zien en we dachten ze vandaag nog regelmatig tegen te komen op de camping… Na nog maar een kop koffie besloten we om de riugzak in te pakken en naar L’armor-Baden te rijden. Bij het eerdere bezoekje vorige week hadden we het schiereiland Île de Berder zien liggen waar bij eb naar toe gewandeld kan worden. Het eiland is verbonden met het vasteland door een 80-meter lange passage die bij vloed onder water staat. De passage is op bepaalde tijden gesloten omdat de stroming tijdens de oversteek gevaarlijk sterk kan zijn.
We hadden de pech dat er op deze zondag een markt was georganiseerd in Larmor-Baden waardoor het hele dorp vol stond met auto’s. Na drie rondjes rijden vonden we gelukkig nog een plek op een kleine tien minuten lopen naar de passage. Vooraf hadden we op de getijdetabel gezien dat het hoogtepunt van de vloed vanmiddag om vier uur was, grofweg drie uur daarvoor wordt de passage ‘gesloten’, vandaag was dat om precies te zijn om 12:52 waarmee we anderhalf uur hadden om het eiland te verkennen. Ondanks dat het een drukte van belang was, was het mooi wandelen onder bomen met mooi uitzicht op het vasteland en de omringende eilanden. De zon scheen en er stond een prettig windje waardoor het een komen en gaan was van (zeil)boten. De rondwandeling van het eiland duurde een uur waardoor we uiteindelijk dik voor het sluiiten van de passage weer voet op het vasteland zetten.
Waar Île de Berder met het vasteland is vebonden ligt een restaurantje waar we eerder al eens met de buurtjes zijn geweest. We besloten om daar te gaan lunchen aangezien de “crumble de legumes” met feta, olijven, ui en tomaat heerlijk was. Papa was verheugd en wat angstig tegelijk toen hij op de kaart naast mosselen ook zijn tweede culinaire uitdaging van deze vakantie zag staan: Assiette de Huitres (oesters). Bij het verschijnen van het bordje sloeg de vertwijfeling wat toe, Luus die vooraf had aangegeven dat ze absoluut wilde proeven zag er vrijwel direct van af en ook papa had wat gemengde gevoelens. Deze bleken na de eerste oester overigens bevestigd te worden, het was en koude, zoute, zilte en glibberige hap die snel werd weggespoeld met een slok drinken.
Toch werden alle zes de oesters met behulp van brood en wat patatjes naar binnen gewerkt. Eens maar nooit meer. De crumble de legumes van Luus, bretonse vissoep van mama en de patat van Kilian waren overigens prima.
Na onze lunch ontston er wat consternatie in het restaurant omdat een ouder stel dat zich door de vloed op het eiland had laten insluiten toch de oversteek waagde. Toen er vervolgens ook nog een moeder met drie kinderen voor de lol de passage opliep was de ontsteltenis compleet en werd er vanaf het terras geroepen of ze helemaal gek waren geworden. Achteraf niet ten onrechte overigens want er blijken al meerdere keren mensen te zijn verdrokken die het ook probeerden. In dit geval ging alles gelukkig goed en we liepen naar de auto. Tussenstop naar de camping was nog een antiekwinkel die in een oud huisje was gevestigd dat zo uit een childerij weggelopen leek te zijn. Leuk om even te kijken maar de prijzen waren behoorlijk.
De rest van de middag brachten we door in het zwembad van de camping. De pasta met kaas , tomatensaus en kappertjes smaakte weer prima en na wat tafeltennis en wat potjes Uno Flip bij de tent verstome het lawaai op het voetbalveld vlak achter onze tent eindelijk en deden we rond half twaalf het licht uit.