De hotelervaring in het bij ons zo bekende hotel was dit jaar wat wisselend. Papa en Kilian hadden een prima nacht maar mama en Lucia ontdekten laat op de avond dat een van de bedden niet leek schoongemaakt. Alle pogingen om hier wat op te vinden liepen voor mama uit op een rampzailge nacht. Met een onuitgespalen hoofd zat ze rond zeven uur aan het ontbijt, dat in vergelijking met de afgelopen keren behoorlijk aan kwaliteit had ingeboet.
Ons plan om om uiterlijk acht uur weer in de auto te zitten zodat we voor twaalf uur bij de receptie op de camoing zounden aankomen, lukte wonderwel. Het verkeer tijdens de laatste 300 kilometer was druk, vooral door het vrachtverkeer dat er gisteren nit was geweest maar om even na elf uur reden we langs de oevers van “ons” meer. De blijdschap was groot toen bleek dat we op een van de mooiste plekken op de camping waren ingedeeld, groot met schaduw van drie grote bomen. Terwijl mama even aan het kletsen was met onze overburen en daarna koffie ging halen bij de receptie, was de tent met hulp van Luus en Kilian al opgezet.
De hitte liet zich wel wat gelden dus toen ook de partytent was opgezet, snakten we allemaal naar een koele supermarkt. In de Intermarche in Sallanches kochten we eerst wat broodjes voor de lunch en werden de eerste voorraden ingeslagen, De prijs van de boodschappen viel best tegen en bleek helaas op hetzelfde niveau te liggen als de astronomische Nederlandse prijzen.
Terug op de camping werden de laatste klusjes in de tent gedaan en na een lekker bord pasta met de befaamde rauwkostschotel (a 7 Euro…) zetten we nog koers naar het meer voor onze eerste plons. Heerlijk afgekoeld doken we rond 10 uur onze bedjes in.