Met een lange aanloop van plannen en voorpret die helaas toch weer werd doorkruist door Corona perikelen ging de wekker vanochtend weer om vijf uur. Met Frankrijk als een van de weinige landen die nog van inreizende toeristen nog test-, vaccinatie- of herstelbewijzen vroeg, hing de Corona-wolk toch weer een beetje boven de normaal onbezorgde weken vakantie. Het maakte Lucia en Kilian niet zoveel uit en ze rolden vrijwel direct uit hun bed. Na de laatste inpakwerkzaamheden, een bak happie voor Olaf en een knuffel van/voor de Booghjes die weer hun bed uit waren gerold om ons uit te zwaaien, zetten we koers richting het zuiden.
Vergezeld door de zon en een hoop mede-kampeerders schoten we lekker op, alleen een kleine file in Belgie zorgde voor wat vertraging. De parkeerplaatsen puilden soms wel uit, waarbij de rij wachtenden voor de bezninepomp soms al begin op de invoegstrook van de Aire. Uiteindelijk bleek geduld (en genoeg benzine in de tank) elke keer de sleutel tot het vinden van een parkeerplaats met ruimte en schaduw.
Na een rit van 10 uur waarbij we gedurende de dag elke keer weer dezelfde auto’s tegenkwamen op de snelweg reden we even na vieren de parkeerplaats op van het Ibis Hotel in Dijon. De Mac zorgde voor wat bodem in onze rammelende magen en met wat douchen, lezen en spelletjes kwamen we de rest van de avond door tot we rond negen uur behoorlijk moe gingen slapen.