Na een onderbroken nacht vanwege een best pittig nachtelijk onweer ritsten we om half negen de tent open. Niet iedereen kwam overigens meteen zijn bed uit maar omdat het gisteren best laat was geworden, was dat ook wel weer te begrijpen. De zon scheen weer en de kriebel om er op uit te gaan was na de rustige dag van gisteren weer aanwezig. Één van de doelen van deze vakantie was om ook een blik te kunnen werpen buiten de Golfe du Morbihan, op de Atlantische oceaan. Op de kaart hadden Saint-Gildas-de-Rhuys ontdekt, een dorpje in het zuiden van het shchiereiland Rhuys, dat ligt ingeklemd tussen de Golfe du Morbihan en de Atlantische oceaan. Op de kaart leek het verdacht veel op een rotskust en dat sprak ons natuurlijk aan.
De Booghjes twijfelden even maar gaven zelf uiteindelijk de voorkeur aan een bezoek aan een stad en daarom reden we met z’n vieren even na elf uur van de camping. Het verkeer in de regio Vannes is ’s ochtend en ’s middags een ramp (we hadden al medelijden met de mensen die hier wonen) en ook nu pakten we nog een staarje van de drukte mee. Na ruim drie kwartier kwamen we aan bij een parkeerplaats dichtbij het Pointe de Grand Mont, het hoogste punt aan de rinderdaad ruige, rotsachtige zuidkust. Vanaf het kruis op het hoogste punt daalden we even af naar de oceaan om vervolgens het kustpad te volgen richting het verderop gelegen Saint-Jacques.
Het mooie en smalle pad liep langs kleine en moeilijk toegankelijke strandjes en het water was azuurblauw. Aan de horizon keken we uit op op de eilanden Houat, Hoëdic, Belle-Île-en-Mer en zelfs het schiereiland Quiberon. Halverwege de route daalden we weer even af naar een mooie picknickplek voor de lunch. Toen de broodjes er in zaten konden papa, Lucia en Kilian het niet laten om de rosten te verkennen en voordat we het doorhadden sprong Luus naar een losse rotspartjj die door een diepe geul werd gescheiden van het vasteland. Na een bestraffende toespraak konde papa en Kilian natuurlijk niet achterblijven en waagden we allemaal de sprong.
Saint-Jacques bleek wat te ver om te lopen dus keerden we om, om te ontdekken dat we in een heel korte ttijd werden omgeven doer een koele zeemist die al het uitzicht opslokte. Bij de auto aangekomen reden we alsnog door naar Saint-Jacques waar we op een van de mooie stranden een ijsje aten.
Daarna was het alweer tijd voor de terugweg naar de camping, natuurlijk niet zonder eerst even boodschappen te doen voor het eten vanavond. Na het eten was er nog tijd voor de dagelijkse voetbalwedstrijd Nederland-Frankrijk, deze keer met inbreng van Luus en Gwen die zich kranig weerden. Morgen weer regen helaas.