We stonden op in een natte wereld want de regenbui had tot diep in de nacht geduurd. Na een ontbijt in een voorzichtig doorkomende zon was het tijd om plannen te maken voor de dag, na twee rustige dagen achter de rug was het weer tijd voor wat actiefs. Het vinden van een geschikte wandeling viel niet mee en de keus viel uiteindelijk op de Cascade de l’Arpenaz, een waterval in het dal van Sallanches waar ook een wandelpad liep.

Het inpakken van alle spullen is altijd een intensieve klus, verzamelen van de lunch, water innpakken, alle bergschoenen, -sokken en -stokken, wandelkaart, snoepjes en zonnebrandcreme. Gelukkig is het hier compleet onnodig om ook nog warme kleding mee te nemen. Uiteindelijk was iedereen klaar om op pad te gaan en na een ritje van een minuut of twintig reden we af op een indrukwekkende verticale rotswand waar inderdaad een waterval naar beneden stortte. Dat deze al vanaf de parkeerplats zichtbaar was, was een beetje een misrekening omdat we er op hadden gerekend dat we nog een wandeling voor de boeg zouden hebben. Ondanks dat toch op slippers even de tocht naar de voet van de waterval.

Cascade de l’Arpenaz

Cascade de l’Arpenaz

Met de wandeling als sneeuw voor de zon verdwenen gingen we met de kaart in de aanslag op zoek naar een alternatief en die vonden we even verder in het dal waar bij het gehucht Bellegarde een deel van de GR96 leek te lopen. Na even zoeken voor een parkeerplek trokken we in de smorende hitte de bergschoenen aan, nog gewaarschuwd door een oude dame die ons toeriep dat het erg warm was maar dat het wandelpad wel in de schaduw lag. Dat laatste klopte gelukkig en het wandelpad slingerde zich door een dicht bos naar boven.

Wandelen in de schaduw

Volgens de bordjes was het iets meer dan een uur lopen naar de Torrent de l’Epine, volgens de kaart een riviertje moest lopen. Al bij de eerste blik op de bedding waar het water had moeten lopen was duidelijk dat het tekort aan regen  er voor had gezorgd dat er nog een klein stroompje water over was. Het pad liep als snel tegen een verticale rotswanden aan en werd behoorlijk steil, slingerend en op sommige plaatsen ondersteund door bruggetjes.

Wiebelende bruggetjes

Even wat drinken en een snoepje

Na vijf kwartier klimmen liepen we nog steeds tussen de bomen en begonnen Luus en Kilian te roepen dat ze nu toch ECHT niet meer verder wilden. Aangezien het best pittig was geweest hadden ze wel een beetje gelijk en zochten we in de droge rivierbedding een grote steen om te zitten zodat we wat konden eten. Mama kreeg acuut de negatieve kriebels van deze plek en na een klein stukje afdalen aten we ons brood met kaas en worst met een kleine doorkijk op het dal beneden ons. De kriebels van mama waren wel een beetje te verklaren, helemaal omdat we al de hele wandeling niemand waren tegengekomen en het dichtbebaderde bos ook nog eens doodstil was.

Bloem of paddestoel?

Stoere stappers

Na een snelle afdaling was het tijd voor de dagelijkse boodschappen en haastten we ons terug naar de camping, snakkend naar het koele water van het meer bij de camping. Zo gedacht zo gedaan en een half uur later lagen we af te koelen met uitzicht op de eeuwige sneeuw. Het gerommel van onweer in de verte maakte uiteindelijk een einde aan de waterpret maar gekukkig bleef de nattigheid ons deze keer bespaard en konden we de rest van de avond lekker buiten zitten.

Avondlicht

Hoewel het eigenlijk een wandeldag was had mama de wens uitgesproken om een keer een stadje te bezoeken en er was geen andere conclusie mogelijk dat het doel dan Chamonix moest worden. Enerzijds omdat het voor papa twintig jaar geleden was dat hij er was geweeest maar ook zeker omdat we met Luus naar de kapper wilden. Na elke zwemsessie was mama tegewoordig bijna een half uur bezig om alle klitten uit het haar te krijgen en ook Luus zelf was dit wel een beetje zat.

Rond elf uur reden we de camping af richting en Chamonix en na een klein half uur kwamen we aan, deze keer zonder file en plotsling opduikende honden. Een plek in een parkeergarage was snel gevonden en we liepen zo het centrum in op zoek naar een terras voor wat te drinken met wat lekkers er bij. Dat lekkers lieten we snel varen bij het zien van de prijzen en papa en mama namen hun toevlucht tot het voordeligste kopje koffie op de kaart, een espresso a 3 Euro en Luus en Kilian nipten voorzichtig van hun cola die bija 5 Euro moest opbrengen. Het uitzicht vanuit het centrum Chamonix maakt een hoop goed en is ook de reden dat er zo ontzettend veel toeristen op af komen. Overal waar je loopt is het contour van de Mont Blanc, Aiguille du Midi en omrigende vierduizenders zichtbaar, echt heel spectaculair.

Na een rondje lopen langs de nodige buitensportzaken en de standbeelden van Paccard en Balmat die op 8 augustus 1786 voor het eerst de top van de Mont Blanc bereikten vonden we zowaar een kapper. Hoewel we waren voorbereid op Chamonieuse prijzen viel het nog enigzins mee en we konden voor 3 uur ’s middags een afspraak maken. De supermarkt in het centrum zorgde voor kaasjes en drinken en in een nabijgelegen park aten we in de schaduw een lekkere lunch. De nabijgelegen McDonalds was de thuisbasis voor alle sanitaire stops, met helaas als bij-effect dat we als aanvulling op de lunch geen weerstand konden bieden tegen de patatjes.

Het centrum van Chamonix

Broer en zus

Na een rondje te hebben gelopen door het centrum was het al bijna drie uur en liepen we bij de kapper binnen. De franse kapsters reageerden ontzet op ons verzoek om zo’n vijftien centimeter van het haar van Luus af te halen en er werd een tegenvoorstel gedaan met als argument dat het voor Luus zelf te shockerend zou zijn om er zo’n end van af te halen. Alleen toen Luus zelf aangaf hoe kort het moest waren de dames gerustgesteld en werd na een shampoo-beurt de schaar er in gezet met een prima eindresultaat.

Fris gewassen en klaar voor de knipsessie

Bijna klaar

Tijdverdrijf tijdens de knipbeurt

Na de knipbeurt sprongen we in de auto voor de broodnodige boodschappen en bij het verlaten van de supermarkt kondigde een flink onweer zich al aan. In de regen kwamen we bij de tent aan en maakten we het ons zo goed en zo kwaad als het ging makkelijk met het getik van de regen als achtergrondgeluid. De voorspelling voor morgen is weer prima.

Zoals afgesproken met Luus en Kilian was het na de wandeling van gisteren tijd voor een rustdag en met een meer in de buurt betekent dat lui liggen aan de oever en af en toe een duik in het lauwe water. Het weer was als vanouds weer prima met een onbewolkte lucht en een hitte die zich al in de ochtend aankondigde. Na een luxe zondagochtend ontbijt schoten we de zwembroeken aan, zochten we de lunch bij elkaar en hesen we de opblaasattributen op onze rug. De eenhoorn was tot verdriet van Luus al lek hoewel het verdriet snel was getemperd toen ze bij de plaatselijke speelgoedwinkel een grotere versie had gespot…

Na een aantal keer aan het meer te zijn geweest bleek dat we al goed zicht hadden op waar de schaduwplekjes waren en bovendien ook hoe de schaduw zich in de loop van de dag over de oevers van het meer ontwikkelde. Dat dat goed van pas kwam bleek toen we bij meer aankwamen, het was zondag en de Fransen waren er ook massaal op uitgetrokken. Heel gezellig overigens en hoewel het in de relatief schaarse schaduw soms handdoek aan handdoek was, was het geen moment storend. De Fransen maakten er een echte zondagmiddag barbecue van en wat vooral ook opviel was hoe schoon het allemaal was. Ook aan het einde van de dag is het allemaal netjes, dat is in Nederland helaas wel anders.

Onze meegebrachte lunch werd aangevuld met patatjes van de plaatselijke snackhut en in de loop van de middag waren we uitgezwommen en werd het weer tijd voor de tent. Even douchen, wat tijd voor Luus en Kilian op de tablet en Nintendo Switch en aan het einde van de middag liepen we naar het restaurant van de camping voor pizza, lokale biertjes en Orangina voor Luus en Kilian. Er werd wat moeilijk gekeken toen we als echte hollanders om kwart over zes al om pizza vroegen maar de Franse kok was in een goed humeur en twintig minuten later zaten we achter een dampende pizza.

Relaxnetten aan de oever van het meer

Uitzicht richting de camping

Na het eten zijn we nog even het meer rondgewandeld om te kijken wat er verder nog te doen is en overal waren nog groepjes aan het zwemmen en barbecuen. Om half elf lagen we in ons bed. Sinds gisteren hebben we naast ons Franse medekampeerders, een gezin met vier kinderen waar de gesprekken af en toe een explosief karakter hebben. Gelukkig blijken ze wat slapen betreft exact hetzelfde ritme te hebben, ’s ochtends om half negen op en ’s avond na tien uur rust. Morgen gaan we een bezoekje brengen aan Chamonix.

Na een rustige nacht een een standaard campingontbijt met croissantjes, stokbrood, Port Salut kaas en bramenjam van de lokale jam-boer, begonnen we weer eens met het verzamelen van de wandelspullen. Om ons plan waarbij we om de dag op pad gaan in ere te houden werden de bergschoenen, wandelstokken en -kaart en lunch verzameld en om half elf reden we de camping af op weg naar Chamonix.

Het uitzoeken van een geschikte wandeling valt door de aanhoudende hitte niet mee, we moeten het of serieus hogerop zoeken of een wat lagere wandeling met veel beschutting. Dankzij het internet waren we uitgekomen bij een wandeling in de laatste categorie, een korte maar best pittige klim vanuit het dal naar de Cascade du Dard. Het pad naar deze waterval liep vrijwel in z’n geheel door een dicht bos met loof- en naaldbomen en langs een rivier, ideaal recept voor het verdrijven van de hitte dus.

Tijdens onze rit kregen we nog de schrik van ons leven toen er op een 70-kilometer weg opeens een hond vanuit de struiken de weg op liep. We raakten hem behoorlijk en hoewel papa vrij snel de auto uit was, was de hond nergens meer te vinden. Na 10 minuten zoeken raapte papa het nummerbord maar van de weg dat er vanaf was gesprongen en vervolgden we onze weg. Het was ontsettend druk, enerzijds door de file voor de Mon Blanc tunnel waar we nog een straatje van meepikten en anderzijds door de dagjesmensen die massaal Chamonix in wilden rijden. Wonder boven wonder vonden we een gratis parkeerplek op vijftig meter afstand van het begin van de wandeling en na goed insmeren slingerde papa de rugzak op en begonnen we aan de klim.

Luus en Kilian hadden ondanks het mooie en beschutte pad met enige regelmaat wat aansporing nodig maar uiteindelijk schoten we lekker op. We werden vergezeld door de snelstromende rivier en mooie doorkijkjes op de gletscher van het Plateau des Pyramides en de Mont Blanc en Aiguille de Bionassay. Na ongeveer een uur kwamen we aan bij de waterval, waar ook een berghutje bleek te zijn. Met het gebulder van de waterval en af en toe wat koele nevel in ons gezicht zochten we een plek in de schaduw voor onze stokbroodjes met kaas en worst.

Pad langs de rivier met zicht op de Aiguille de Bionassay

Poseren bij de Cascade du Dard

Omdat een rondje lopen altijd leuker is dan dezelfde weg terug besloten papa en mama om nog een klein stukje verder te klimmen en daarna een alternatieve route naar beneden te nemen. De kaart leek helaas niet helemaal accuraat want de spltsing van de alternatieve route bleef uit. Toen de protesten van Luus en Kilian wel heel hevig werden nam papa nog even een sprint bergop in de hoop de afdaling te vinden, maar helaas. Toch dezelfde route naar beneden dus waarbij we bij het berghutje bij de waterval, waar we toch weer langskwamen, vier ijskoude glazen Orangina bestelden. Kilian moest voor een grote boodschap naar de WC en keek z’n ogen uit toen het een “droge WC” bleek te zijn. Geen water om door te trekken dus maar een grote bak met geurende houtsnippers waarmee je je boodschap moest afdekken. Luus kreeg spontaan ook aandrang toen ze het verhaal van Kilian hoorde…

Berghut bij de Cascade

Uitzicht op de kabelbaan van de Aiguille du Midi

Beneden aangekomen boodschappen gedaan in Chamonix en rond half vijf kwamen we weer aan op de camping. Het avond eten bestond uit pasta met tomatensaus, gebakken champignons en een salade. Als toetje nog een naar de receptie van de camping geslenterd voor een ijsje. Morgen weer “lekker” warm!

Vandaag nog maar eens een echte rustdag. Na het ontbijt de oplaasbeesten en zwemspullen gepakt en richting het Lac de Passy gelopen waar het weer een (vooral) komen en gaan was van dagjesmensen. In de schaduw van een boom wat gezwommen, veel te dure ijsjes gegeten en uiteindelijk bij de tent de lunch klaargemaakt.

“Papa moet ook eens op de foto!”

De middag was weer voor de boodschappen, waarbij papa en mama voor groengekleurd bier gingen (genepy) en papa zich kandidaat stelde om bij de tent worstjes te gaan bakken. Dat gebeurde dan ook en na het eten konde Luus en Kilian niet wachten om weer met de buurkinderen te spelen, de groep is inmiddels gegroeid tot 8. Morgen weer op pad.

Na het onstuimige weer van gisteren stonden we op onder een blauwe hemel en een camping die stond te dampen in de zon. Alle nattigeheid van gisteren was in een noodtempo aan het verdampen en het was merkbaar een paar graden afgekoeld.

Na twee dagen camping stonden we te trappelen (vooral papa) om de omgeving te gaan verkennen en we kozen unaniem Lac Vert als doel, een meertje dat we maanden geleden thuis op de computer al hadden ontdekt. Voordeel was dat je er dichtbij kon komen met de auto en dat het wandelpad grotendeels in de schaduw lag. De rit er naar toe liep langs een groot aantal haarspeldbochten maar Luus en Kilian gaven geen krimp en na een half uur rrijden parkeerden we de auto bij Chalet de la Reserve, een punt waar een hoop deltavliegers en parapenters hun sprong de diepte in waagden.

Gewapend met wandelstokken en petjes begonnen we aan het vrij saaie asfaltpad waar gelukkig vrij snel een smal bospad als alternatief was. Na een minuut of twintig kwamen we aan bij het meer dat echt prachtig bleek te zijn. Dit feit was overduidelijk bij meer mensen bekend want aan de oever was het een komen en gaan van wandelaars, vissers en andere mensen die de koelte en rust opzochten. We wandelden het meer rond en kozen er voor om op het terras van het naburige restaurant koffie, Orangina en crepes sucre te bestellen. Hierna vervolgden we de wandeling om uiteindelijk weer terug te keren bij het meertje waar we de meegebrachte stokbrood, kaas en chorizo soldaat maakten.

Het restant van de middag gebruikten we om de gebruikelijke boodschappen te doen en langs de speelgoedwinkel te rijden. de temperatuur in het dal was inmiddels al weer opgelopen tot zo’n 35 graden en we waren terug op de camping zielsgelukkig met de schaduw bij de tent. Luus en Kilian hadden het goed met hun speelmaatjes en mama stortte zich met gezonde en begrijpelijke tegenzin op het wassen van al onze handdoeken (vies geworden door de opspattende regen…

De dag begon vanochtend weer om half negen en het was meteen al weer volop zomer, in de schaduw van de bomen prima uit te houden maar in de zon drukkend warm. De croissantjes en het stokbrood smaakten weer prima en na het ontbijt begonnen we met het maken van wat plannen voor de komende dagen, geholpen door de stapel folders die we bij de camping hadden gehaald. Luus en Kilian hadden contact gemaakt met een paar Nederlandse broers en waren druk aan het voetballen en badmintonnen.

Door de warmte en het feit dat Luus en Kilian het zo naar hun zin hadden kwamen we eigenlijk verder aan niets toe. Wel hadden we het plan om aan het einde van de dag, na de ergste hitte, een waterval in de burt op te zoeken om daar te picknicken. Verder was het een beetje rommelen rond de tent, broodje eten en de laatste klusjes. Halverwege de middag sprongen we met z’n vieren in de auto richting de Decathlon (extra rotsharingen) en de Carrefour (boodschappen voor de picknick). Buiten was het inmiddels drukkend warm en we waren blij met de koelte in de winkels. Bij de Decathlon scoorden we nog een simpele verrekijker en de boodschappen bestonden uit tabouleh, koude pastasalade en fougasse, de Franse variant van focaccia).

Terwijl we in de auto zaten vielen er opeens dikke druppels regen naar beneden en op de camping aangekomen bleek het in de tent ingeregend te zijn. Nadat alles droog was gingen papa en Kilian douchen, de camping heeft geen gras maar vooral rots en zand waardoor onze benen en voeten letterlijk zwart waren. Mama en Luus volgden later en terwijl zij nog onder de douche stonden barstte het los. Bakken met regen, onweer en dikke hagelstenen kwamen naar beneden en de camping veranderde in een rivier. Toen papa en Kilian na een half uur in de auto sprongen om de meiden op te halen bleken ze zich al in het noodweer te hebben gestort en met z’n viertjes trokken we ons terug in de tent.

Schuilen in de tent

Het eten dat was bestemd voor de picknick bleek ideaal omdat er van koken geen sprake was. Over de luidsprekers van de camping werd omgeroepen dat mensen die een plek voor de nacht nodig hadden in de recreatieruimte konden slapen. Alle met al omstandigheden die bij Luus en Kilian voor wat traantjes zorgden. Onze tent bleek het noodweer makkelijk aan te kunnen en na een paar uur keerde de rust terug. We kropen wat vroeger dan normaal ons bed in, de weersverwachting voor de komende dagen voorspelt temperaturen ver boven de 30 graden…

Het ritme zat er meten goed in vanochtend en pas om half negen lag iedereen elkaar aan te kijken. De tweede helft van de nacht bleek toch wat frisser te zijn en papa had om vier uur alle slaapzakken opengeritsten neergelegd, verder was het super geweest om weer in de tent te slapen.

De camping had de optie om broodjes te bestellen voor de ochtend en we hadden gisteren dan ook vier croissantjes en vier harde broodjes besteld, dat dachten we tenminste. Mama en Lucia keken wat vreemd op toen papa en Kilian terugkeerden met inderdaad vier croissantjes en daarnaast vier volledige baguettes. De buren konden we er meteen blij maken met eentje. Na het ontbijt stonden Luus en Kilian bijna letterlijk te trappelen om het meer in te duiken met hun opblaasbeesten, het enige wat in de weg stond was het opblazen en dat bleek een flinke klus in de inmiddels al lekker opgelopen temperatuur.

Aan het meer

Lucia op haar eenhoorn

Dobberen met uitzicht

Om half 11 kwamen we dan toch bij het meer aan en er was nog vrij veel ruimte op de grasvelden. We vonden al snel een plekje in de schaduw van een grote boom en toen was het tijd voor de doop van de Regenboog-Eenhoorn (Lucia) en Alpaca (Kilian). Het meer was heerlijk koel en onder toeziend oog van het Mont-Blanc massief doken we er allemaal in. Na een uur of twee was het tijd voor de lunch in de schaduw bij onze tent en natuurlijk stond er baguette op het menu.

Het einde van de middag gebruikten we om onze voorraad aan te vullen bij de Carrefour in Sallanches, een heerlijk koele en echt typische Franse supermarche waarbij eigenlijk alleen de bassins met krabben en afdeling met versie vis ontbraken. De zee is dan ook best wel ver weg hier…

Het avondeten was het menu van gisteren, tortellini en harricots verts en verder kon Kilian geen genoeg krijgen van het tennissen. Er zijn vandaag tenminste twee shuttles en een bal over het hek verdwenen waarbij we er maar eentje konden redden van het snelstromende riviertje aan de andere kant.

 

Met recht de beste nacht ooit in een hotel, dat was onze conclusie nadat we om half acht ’s ochtends wakker werden. De airco had ons lekker koel gehouden en ondanks de drukte in het hotel was het ook nog eens lekker stil geweest. Het ontbijt was eenvoudig maar lekker en met wat croissantjes, stokbrood met kaas, chocoladecornflakes en koffie voelden we ons meteen thuis in Frankrijk.

Omdat we een relatief korte dag hadden met iets meer dan 300 kilometer maakten we geen haast en rond half 10 reden we richting de Autoroute Blanche. Net zoals gisteren was het heerlijk rustig en om even na twee uur reden we in de smorende hitte Camping les Iles op. Met open mond bekeken we het uitzicht op het Mont Blanc massief dat in de middagzon lag te glinsteren.

De receptie bleek helaas nog dicht te zijn tot drie uur en in de tijd die overbleef gingen we op zoek naar een plekje op de camping. Dat bleek gelukkig een superidee want de camping had voor ons een plekje in gedachte waar alleen onze auto zou passen. Na wat moeilijke blikken bleek onze voorkeursplek geen probleem te zijn en na wat strubbelingen met het opzetten van de tent hadden we ons basiskamp wel zo’n beetje ingericht. Met een week lang meer dan 30 graden voor de boeg hadden we gekozen voor een plek tussen 4 bomen waar we eigenlijk de hele dag schaduw hadden.

 

De avond werd vooral gebruikt om het vochttekort aan te vullen en aangezien niemand zin had om te koken (met als eindresultaat afwas) zochten we het terras van de camping op voor pizza. Rond half elf kropen we met z’n vieren ons bed in, alleen voorzien van een lakentje omdat de warmte bepaald nog niet weg was.

Na een vermoeiende maar uiterst gesmeerd lopende inpaksessie maakte de wekker ons vanochtend om 5 uur wakker. Het altijd leuke moment om Luus en Kilian wakker te maken liep zoals verwacht en ze sprongen superblij uit bed bij het horen van het woord vakantie, bijna onmiddelijk startklaar. Snel een broodje en wat drinken, de laatste klusjes in huis en nog wat zaken inpakken en even na 6 uur lieten we Warmenhuizen achter ons.

Waar Bretagne ons altijd langs Antwerpen en Brussel stuurde hadden we nu de kans om voor een andere route te kiezen en met de vervelende E19 in ons hoofd was de keus voor Maastricht-Luik-Luxemburg snel gemaakt. De enige onzekere factor was de drukte op de weg maar van enige drukte bleek geen sprake. Sterker nog, zonder enige vorm van file reden we naar ons hotel in Dijon, het Ibis Saint Appolinaire. We waren zielsgelukkig toen er airco bleek te zijn aangezien de temperatuur buiten tot ruim boven de 30 graden was gestegen.

Het avondeten werd gekocht bij de lokale Mcdonalds en om half tien doken we allemaal ons bed in.