Met de lange wandeldag van gisteren in het achterhoofd (en klaagzangen van Luus en Kilian dat ze niet weer zo’n eind wilden wandelen) besloten we om het vandaag wat rustiger aan te doen. Het leek een prachtige dag te worden en de combinatie van een kleine wandeling met daarna lekker neerploffen op een strand leek ideaal. Met de kaart er bij kozen we voor de Baie des Trepasses, een baai met strand gelegen tussen de Pointe du Raz en Pointe du Van. Na de croissantjes van de bakker stapten we in de auto en met vocale ondersteuning van Fifth Harmony, Guus Meeuwis en Katy Perry zetten we koers richting het noordwesten.

De navigatie bleek ons uiteindelijk een loer te draaien en stuurde ons de laatste afslag voorbij. We kwamen er pas achter toen we in de rij terechtkwamen voor de mega-parkeerplaats van Point du Raz waarna we het er met z’n allen over eens waren dat we dan toch maar het beroemde “Pointe” moesten gaan bekijken. Met de wandelschoenen aan en de rugzakken op liepen we de souvernirshops en creperies voorbij, waarna we de keuze hadden voor de normale betonnen snel/wandelweg naar het uiterste punt, of het smalle Sentier Cotier dat onderdeel uitmaakt van de GR34. Natuurlijk was deze keus niet moeilijk en al gauw liepen we de meute achter ons latend over het smalle en rotsige pas langs de kust. Onderweg werd er een broodje gegeten met zicht op de eerste Point du Raz-uitlopers in zee, terwijl we nieuwsgierig werden gadegeslagen door een uit de kluiten gewassen zilvermeeuw die het overduidelijk had voorzien op onze lunch.

Het uiterste punt werd kort aangedaan en voor de weg terug werd er gekozen voor de makkelijke route. Terug in Concarneau brachten we nog een bezoek aan de Leclerc voor de knakworsten die Kilian zo graag door de pastasaus wilde hebben. Dat hij met het bord voor zijn neus op andere gedachten kwam wisten we toen gelukkig nog niet…

Danzkij een tip van de camping-oma was de dag nog niet ten einde. We hadden het er al over gehad om misschien naar de oude stad van Concarneau te gaan en dit werd werkelijkheid toen we de tip kregen dat er een muzikaal optreden zou zijn van Les Gabiers de L’Odet, een mannenkoor dat echte Bretonse zeeliederen ten gehore brengt. Met enige moeite vonden we een parkeerplek en om negen uur barstte het gezang los. Een uur later had Luus het al een tijdje gezien (“saaaaai”) en begon het enthousiasme van Kilian ook wat af te nemen.

Aangezien het ook best fris begon te worden slopen we tijdens het optreden weer de oude stad in waar we werden overvallen door de geur van eten die bij de restaurantjes vandaan kwam. Een half uur later zaten we aan twee borden patat en een Crepe Sucre, verwonderd over hoeveel mensen er om half elf ’s avonds nog rustig zaten te eten.

De poort van de camping was bij terugkomst al gesloten en de auto moest een nachtje alleen doorbrengen. Rond half twaalf vielen we dan toch in slaap.

Ooit in 2013 reden we richting Point du Raz, de meest westelijke punt van Finistere, en reden we langs een baai met op hoog op de rotsen een eenzaam huisje. Be riep op dat moment uit dat ze daar naar toe wilde wandelen, iets wat we naderhand op de een of andere manier nooit hebben gedaan.

Dit jaar waren we (nou ja, vooral papa en mama) toe aan een dag wandelen. Op de wandelkaart trok een baai, Anse du Loc’h, aan onze aandacht en aangezien deze baai ook nog eens werd ingesloten door twee landtongen die we nog niet hadden verkend stapten we rond 11 uur in de auto. De tassen waren ingepakt, de schoenen waren mee en het humeur nog wat wisselend aangezien er de nodige regen viel uit dikke grijze wolken.

Zoals we al vaker hebben meegemaakt in deze regio bleek het weer op te klaren naarmate we dichter bij ons doel kwamen. Onderweg stopten we bij een supermarktt voor wat eten. Een kolosale en vervaarlijk uitziende man met een woeste baard knikte wat meewarig toen hij onze voorverpakte Gateau Bretons zag. Hij wees ons er op dat er vier kilometer verder een Biscuitterie zat die echt lekkere taart had, wat wij hadden was de naam Gateau niet waardig. Vast besloten om zijn advies op te volgens legden we de taart maar snel terug en reden we verder.

Toen de baai eenmaal in zicht kwam was de zon al tevoorschijn gekomen en zagen we tot onze verbazing het huisje op de rotsen dat 4 jaar geleden onze aandacht had getrokken.

Na een snelle lunch met brood, ham, kaasjes en Orangina trokken we de schoenen aan en gingen we op pad. Binnen een half uur kwamen we aan bij het huisje dat in de maand augustus nog bewoond bleek te zijn ook. Aangezien het weer nog steeds prima was liepen we verder langs Pointe de Plogoff waar bordjes ons al weer naar het volgende punt verwezen: een  haventje met de naam Pors Loubous. Hoewel de kids soms wat aanmoediging nodig hadden bereikten we na ruim een uur ook dit punt, wat niet meer bleek te zijn dan een verlaten betonnen constructie/pier in zee waar op dat moment een aantal kinderen halsbrekende toeren aan het uithalen waren.

Op de terugweg hadden we de stevige wind in de rug en dat liep een stuk makkelijker. Het laatste kwartier werden we toch nog overvallen door wat nattigheid, hoewel de hoeveelheid gelukkig wel meeviel. Bij de auto aangekomen reden we nog een stukje verder op zoek naar de Biscuitterie die ons was aangeraden. Een aantal kilometers verder scoorden we een aantal heerlijke stukken Bretonse taart (de Biscuitterie bleek later nog veel verder te zijn…) die we voor het grootste deel meteen soldaat maakten.

Op de route naar de camping, dik een uur rijden, bleken we ook nog langs de Cidrerie van Paul Coic te komen en ook daar maakten we een stop. Zowel Luus, Kilian, mama als papa kregen meteen kleine glaasjes voorgezet om te proeven, de kinderen een appelsap die een Medaille d’Or had gewonnen, en papa en mama cider in alle mogelijke varianten. We konden uiteindelijk maar slecht kiezen tussen de Brut, Demi-Sec, Fermier en Doux varianten waardoor we van alles maar wat meenamen, inclusief de appelsap die Luus en Kilian wel heel lekker vonden.

Het avondeten hielden we lekker simpel met pasta en tomatensaus en het was weer na half elf voordat iedereen sliep.

Na de gezellige dag bij de familie waardoor we bovendien ook wat later in bed waren gekomen hadden we vandaag vooral de behoefte om nergens naar toe te gaan. Na een rustige start besloot Be om dan toch maar wat campingwasjes te gaan draaien terwijl papa met de kinderen op stap ging naar de Leclerc. De vakantiekas van Luus en Kilian was nog niet leeg waardoor ze erg graag ook nog naar de speelgoedwinkel wilden. Na de boodschappen kocht Kilian zijn derde Star Wars set van Lego en Luus ging voor de ruiters voor op haar Schleich paarden.

In de middag nog een snelle duik in het zwembad onder een bewolkte hemel en snel opwarmen onder de douche. Daarna maakten we het ons supermakkelijk door pizza’s te halen bij de pizzeria waar we zondag nog voor een gesloten deur hadden gestaan. De pizza Margherita, Vegetariana en Concarnoise waren erg lekker en zeker voor herhaling vatbaar.

Al voor ons vertrek vanuit Nederland stond de afspraak om langs te gaan bij oom Martien, tante Marja en oom Hans, familie van Be. Hun boot de Valentijn lag afgemeerd in de haven van Sainte Marine en we hadden afgesproken daar langs te gaan voor een lunch en daarna misschien even naar een strand.

Om half twaalf liepen we de aanlegsteiger op en werden we hartelijk verwelkomd door Martien, Marja en Hans.

 

We kregen een rondleiding aan boord, Kilian maakte kennis met een zwemvest en na koffie en wat broodjes werden plannen voor de middag gemaakt. Over het aanbod om een stukje te gaan zeilen hoefden we niet lang na te denken en na de lunch voeren we de haven uit en ondanks wel heel weinig wind lukte het toch nog om een eind richting Iles de Glenan te zeilen voordat we weer rechtsomkeert maakten.

Zowel mama als papa kregen even de kans om achter het roer te staan en met het uitzicht op de stranden bij Pointe de Combrit en Benodet voeren we aan het einde van de middag weer de haven binnen. Luus kreeg nog even roeiles van Martien en na een borrel, macaroni met ham en kaas en een ijsje als toetje namen we weer afscheid van elkaar. We kwamen voor het eerst in het donker aan op de camping.

Na een wat onrustige nacht door Luus die in haar slaap lag te roepen en een achterbuurman die zich midden in de nacht door twintig ritsen een weg uit zijn tent baande op weg naar het toilet, keken we blij naar de eerste ochtendzon in dagen. De croissantjes van de bakker en het stokbrood smaken op de een of andere manier toch anders als ze worden gegeten in de zon. Tijdens het ontbijt belde Be met haar oom Martien, die met zij zeilboot in de buurt van Bretagne is. Nog voordat we daadwerkelijk op vakantie waren gegaan wisten we al van elkaar dat we begin augustus in Bretagne zouden zijn en het idee om daar af te spreken was geboren. We spraken af elkaar maandag of dinsdag te zien, waarschijnlijk bij de haven van Sainte-Marine, de haven aan de overkant van Benodet.

Tijdens onze zoektocht naar nieuwe uitstapjes kwamen we op de kaart steeds weer terecht aan de oordkant van Cap Sizun, de uitloper van Finistere waar Concarneau ligt. Vooral een tweetal stranden trokken de aandacht bij de Anse d’ar Vechen en in de hoop daar mooie schelpen te vinden besloten we dat dat het doel van vandaag zou worden. Na bijna drie kwartier rijden kwamen we aan bij de landpunt die de twee stranden van elkaar scheidt, het dorpje Trefuntec. Al voordat we de auto uit waren zagen we de gelijkenis met Rospico, een inham waar de zee bij vloed naar binnen stroomt, met als grootste verschil dat de zee nu honderden meters ver was.

Na een tocht over het diepe zandstrand met uitzicht op prachtige woningen die pal aan het strand waren gebouwd kwamen we aan bij de vloedlijn. Helaas viel het met de schelpen erg tegen en met een magere oogst keerden we om. Met enige moeite door het oversteken van een stroompje zochten we wat beschutting van de wind bij een inham in de rotsen om een broodje te eten. Al snel werden we overvallen door de opkomende vloed die er voor zorgde dat het stroompje waar we net overheen waren gekomen binnen een minuut twee keer zo breed werd. Met enig kunst en vliegwerk en een paar natte schoenen kwamen we toch weer aan de overkant en liepen we terug naar de auto.

Het broodje werd bij de auto gegeten en daarna zetten we koers naar het Pointe de Trefuntec, een punt met aan de ene kant de noordkust van Cap Sizun en aan de andere kant de rotsige kust van Crozon. Laatste stop van de dag was het dorpje Locronan, een volgens de brochures mooi en oud authentiek plaatsje. Al bij het binnenrijden had het alle kenmerken van een echte “tourist trap” want de enige weg naar binnen leidde naar een grote  parkeerplaats waarbij meteen 4 Euro afgetikt mocht worden. Aangezien de schoenen van Luus nog nat waren ging ze even bij papa op de rug met het idee om in het plaatsje ergens een paar slippers aan te schaffen. Het plaatsje bleek vervolgens te bestaan uit een aaneenschakeling van toersistenwinkels en restaurants, gewone winkels waren er gewoonweg niet. Terwijl we ons serieus afvroegen of er wel mensen woonden in het dorp, of dat het enige bestaansrecht het lokken van toeristen was, haasten we ons weer terug naar de auto en naar de camping.

Op de camping aangekomen dook mama nog even met Kilian het zwembad in terwijl papa het eten ging voorbereiden. Luus nam het initiatief om bij het Duitse achterbuurmeisje, waar ze ook Schleich paardjes had zien staan, te vragen of ze wilden spelen. Dat bleek een schot in de roos en de meiden speelden de rest van de avond, communicerend in gebarentaal. Helaas was het wel meteen de laatste dag dat het meisje op de camping stond. Onder een heldere hemel kropen we met een extra deken ons bed in.

Hoewel we vooral plannen maken waarbij we nieuwe plekken ontdekken zijn er plaatsen die we elke keer als we hier zijn gezien willen hebben. Een daarvan is Rospico en aangezien de weersvoorspelling er goed uit zag besloten we om vandaag een rondrit te maken langs de kust ten oosten van Concarneau. Deze kust bestaat uit kleine dorpjes en wegen die leiden naar stranden waar het eigenlijk nooit echt druk is (met Rospico als enige uitzondering op deze regel).

Aangezien het zondag was sliep de bakker vandaag uit en bestond ons ontbijt uit voorverpakt brood en biscottes. De tassen waren snel gepakt, met de tas met emmertjes en schepjes als belangrijkste item. De eerste stop was na een klein half uur rijden Plage Pendruc Kerlaeren, een mooi wit strand met rotspartijen waar in de verte een tweetal badgasten hun handdoekjes hadden uitgespreid. De emmers en schepjes werden tevoorschijn gehaald en we werden erg blij van de zon die nu echt lekker warm was.

Na een uur besloten we om op te breken en verder te rijden naar Plage Kerdale, een naburig strand waar de bodem is bedekt met kleine kiezeltjes ipv zand. Daar aangekomen bleek er door de vloed maar weinig van het strand over te zijn en stelden we de navigatie in op Rospico. Dankzij het mooie weer was het daar behoorlijk druk maar we vonde een mooi plekje op het strandje in de buurt van de binnenzee. Luus, Kilian en papa waagden zich in het best wel koude water en we sloten het bezoekje af met ons eerste ijsje.

Voor het avondeten hadden we bedacht dat er vlakbij de camping een afhaal-pizzeria zat waar we vorig jaar best lekkere pizza’s hadden gehaald. Helaas bleek deze te zijn gesloten, volgens de kids moest het dan toch echt de Mcdonald’s worden maar daar aangekomen bleek de parkeerplaats een grote file te zijn (De Mcdonalds in Concarneau blijkt de enige te zijn in dit gebied), snel omgekeerd dus. Na wat rondgedoold te hebben op zoek naar een restaurantje kwamen we langs een Buffalo Grill waar het niet vol was. Na een ervaring die vergelijkbaar was met de Mac maar wel twee keer zo duur doken we ons bed in.

 

Met een wat sip gezicht en gevoel werden we wakker onder wederom een grijze hemel waar met enige regelmaat miezerregen uit naar beneden kwam. Het vakantieschema was al wel geruisloos ingegaan met bedtijd rond een uur of half ef en ’s ochtends weer wakker worden rond half negen. Papa haalde met de auto broodjes bij de bakker en na het ontbijt bekeken we nog eens goed het weerbericht. De voorspelling liet zien dat de bewolking de tweede helft van de middag verdwenen zou moeten zijn. Tot die tijd was het nog even doorbijten en aangezien mama gisteren niet geslaagd was bij de Decathlon in Quimper besloten we dat we om van de regen verlost te zijn de Decathlon in Concarneau nog met een bezoek te vereren. Gelukkig vond mama deze keer genoeg van haar gading en vond Luus nog een paar mooie flippers voor in het zwembad.

Terug bij de tent zagen we halverwege de middag boven de Baie de la Foret opeens een duidelijke scheiding in de lucht tussen de wolken en het deel waar de zon vrij spel had en een uur later brak de zon ook door boven de camping. Snel zetten we wat stoelen in de zon en met een plaatselijk biertje er bij genoten we van de warmte. Het avond eten bestond uit moten verse zalm met broccoli en instant aardappelpuree. Het is altijd even afwachten wat Luus en Kilian er van vinden maar vooral Luus ging helemaal los op de zalm, die ook wel erg lekker was. Kilian moest niets hebben van dat roze gedoe en hield het bij de broccoli en wat crackers. De aardappelpuree viel alleen bij papa en mama in de smaak.

De avond werd afgesloten met een tafeltenniswedstrijd die in het voordeel van mama werd beslist en terwijl de hemel bijna letterlijk in vuur en vla stond maakten we ons klaar voor bed.

De weersverwachting klopte heel aardig, deze keer helaas in ons nadeel. Al in de nacht hoorden we de eerste regen al op de tent tikken, een geluid dat alleen nog werd overstemd door het geschreeuw van mama die een nachtmerrie had. Nadat iedereen weer van de schrik was bekomen sliepen we weer in, om na half negen pas wakker te worden.

Aangezien de lucht nog steeds grijs was, besloten we vandaag naar Quimper te gaan en daarna naar de Decathlon. Het vertrek ging heel voorspoedig en nog voor het middaguur reden we een parkeerplaats op in de buurt van het centrum. Na een korte wandeling via de Jardin de la Retraite, een prachtige kleine ommuurde tuin met vooral palmbomen, liepen we het centrum in. Aangezien het bijna lunchtijd was stopte we aan de Place au Beurre, een pleintje met alleen maar Creperies, en zochten we een plek bij Ty-Ru, de kleinste creperie van Quimper. Ondanks de grijze lucht kozen we er voor om toch buiten op het terras te gaan zitten en dat bleek een goede keus.

Voldaan liepen we een uur later verder de stad in en nadat de kinderen een rondje hadden gemaakt in de Jules Verne draaimolen (Luus twijfelde even omdat ze zichzelf te oud vond maar bij het zien van de draaimolen was ze snel overstag) liepen we verder door de straatjes met vakwerkhuizen die bijna Limburgs aandeden.

Naast de bewolkte hemel waaide het vandaag ook behoorlijk hard en na een blik op de wapperende haren van Kilian bedachten we ons dat een bezoek aan de kapper voor hem hard nodig was. In Nederland was het niet meer gelukt omdat hij vlak voor het vertrek met z’n hoofd tegen de tafel was gevallen. Dankzij Google Maps vonden we een tiental kappers in Quimper en de dichtstbijzijnde bleek nog tijd te hebben.

Hoewel Kilian wat terughoudend was, hij wilde perse een mannelijke kapper en had ook de donkere vrouwelijke kapster met een enorm afro-kapsel zien rondlopen, ging hij toch overstag en tot zijn opluchting bleek de mannelijke eigenaar de taak op zich te nemen. Dat deed hij met verve en Kilian stapte twintig minuten later fris geknipt uit de stoel.

Na verder de stad verkend te hebben waren we het er over eens dat we geen zin meer hadden in de Decathlon en sprongen we in de auto terug naar de camping. Papa ging nog even boodschappen halen voor het avondeten en aangezien het inmiddels echt fris was geworden sleepten we de tafels en stoelen in de tent en zetten het meegebrachte kacheltje aan. Het was gelukkig vrij snel warm en de rest van de avond werd doorgrbracht met wat lezen en spelletjes doen.

 

Alle voorbereidingen, het inpakken, goed achterlaten van het huis, het vroege opstaan en twee dagen in de auto…we waren best moe toen we gisteravond vanuit onze bedden naar het dak van de tent lagen te staren. Door de vermoeidheid vielen we gelukkig wel allemaal snel in slaap.

Kilian was vanochtend het eerste wakker om half acht, gevolgd door papa. De meiden volgden al snel en een lokale regenbui probeerde ons op het verkeerde been te zetten. Een blik naar buiten liet zien dat de hemel verder grotendeels blauw was en we maakten ons op voor een, zoals altijd op de eerste dag, karig ontbijt met crackers en smeerkaas. Om de voorraden weer aan te vullen brachten we een bezoek aan de Leclerc om even later met lekkere dingen als stokbrood, tabouleh en worstjes op de camping terug te keren. Lucia en Kilian hadden bij de lokale speelgoedwinkel hun eerste vakantiegeld uitgegeven en storten zich op hun Schleich-paarden en Star Wars Lego terwijl wij voor alle boodschappen een plek zochten.

De middag was voorbestemd voor het zwembad en onder een nog steeds blauwe hemel plonsden we in het bad. We merken wel dat het hier zomers aanvoelt zolang de zon schijnt maar in de schaduw kan het door de harde wind behoorlijk fris zijn.

Kilian was de eerste die er klappertandend de brui aan gaf en we gebruikten de douches om weer een beetje warm te worden. Na afloop ontdekten we dat Luus aan het zemavontuur een gezicht voor zomersproeten heeft overgehouden.

Na het avondeten onze eerste stappen gezet op Kernous Plage, het strandje bij de camping. Daarna sloeg bij iedereen de vermoeidheid toe en was het tijd voor bed.

De nacht in het hotel was gelukkig goed geweest. Waar we vorig jaar bijna letterlijk een slapeloze nacht hadden gehad, zat iedereen aardig uitgeslapen aan het ontbijt. Het was een prima ontbijtbuffet met pannekoekjes, vers fruit, croissantjes,  stinkende franse kaasjes en lekkere koffie. Rond een uur of negen zetten we koers met nog zo’n 400 kilometer te gaan.

Onderweg stopten we nog een keer voor wat broodjes en een grote fles water. Waar het ’s ochtends best best nog wel fris was geweest, was de zon inmiddels doorgebroken en voelde het zomers aan.

Voor het laatste stuk naar Concarneau kozen we dit jaar voor de toeristische route, weg van de snelweg. De weg liep door een aantal dorpjes waaronder Pont Aven en met een grote lach van herkenning reden we Concarneau binnen. De plek op de camping was gereserveerd en dus snel gevonden en het opzetten van de tent viel zoals elk jaar toch weer tegen.

Tegen zes uur vielen konden we dan toch eindelijk neerploffen voor de tent met chips en limonade voor Luus en Kilian en uit nederland meegebrachte Texelse biertjes voor papa en mama. Morgen een dagje rommelen bij de tent en boodschappen doen bij de Leclerc.