Papa had gisteravond uit voorzorg het voorscherm voor de tent gehangen en dat bleek geen overbodige luxe. Vanochtend vroeg begon het al voorzichtig te regenen en we kropen pas laat ons bed uit. Het bestellen van brood was er gisteren bij in geschoten dus het was even zoeken naar wat eetbaars voor het ontbijt, gelukkig hadden we nog een verrassingspakket met “cereals” waar Luus en Kilian zo om hadden gevraagd. Met gezonde tegenzin zaten papa en mama even later dan ook aan de mierzoete “Honey Loops” en “Chocapic” terwijl Luus en Kilian zich vol overgave op de Caramel en Chocolade cornflakes stortten. Om de zoetigheid te compenseren vonden we onderin de koelbox gelukkig ook nog een doos eieren die op crackers gekookt en wel de weg naar binnen vonden.

Na wat sportieve ongelukjes, de bal van Kilian was meegedreven met de naburige rivier en de badmintonrackets waren ook gesneuveld in het heetst van de strijd, hadden we onze zinnen gezet op de Decathlon in Scionzier, een plaatsje op een klein half uur ten noordwesten van Chamonix. Op de weg er naar toe bleken de zoete ontbijtgranen niet afdoende te zijn geweest en we vonden snel een parkeerplek bij een markthal met daarin ook een Boulangerie. Luus, Kilian en papa kozen voor croissantjes en brownies, mama koos zonder enige aarzeling voor een tartiflette fraise die er ook wel erg lekker uitzag.

Volgende stop was de Decathlon waar inderdaad nieuwe badmintonrackets, zonnebrillen, rugzakken voor het nieuwe schooljaar en een nieuwe bal voor Kilian werden gevonden. Bij de Carrefour in Sallanches kochten we makkelijk eten in de vorm van worstjes, rouwkost en tabouleh. Een en ander werd weggespoeld met Genepi-bier, een lokaal bier waar we de eerste keer behoorlijk aan moesten wennen maar waar wat inmiddels tot onze favorieten behoort.

Een lekker groen biertje

Laat in de avond helaas weer erg veel geluidsoverlast van onze Franse achterburen, die toen we om half twaalf maar eens gingen vragen of het wat zachter kon braaf ja knikten maar vervolgens op dezelfde toon verder gingen…  Zelfs Luus had er behoorljk last van, Kilian sliep er gelukkig dwars doorheen.

Ondaks dat er vanwege het voorspelde mooie weer nog wel wat plannen waren geweest waren we het er vanochtend allemaal over eens dat een dagje dobberen in het meer datgene was waar we de meeste behoefte aan hadden. De opblaas-eenhoorn en alpaca lagen alweer een aantal dagen weg te kwijnen en het lauwe water van het meer lonkte nadrukkelijk. Luus en Kilian verzorgden weer de broodjesservice en na het ontbijt pakten we op ons gemakje alle spullen in en maakten we ons klaar voor een laatste toiletbezoek. het sanitair op de camping is eigenlijk het grootste nadeel en doet nog het meest denken aan de romeinen waarbij het een sociaal gebeuren was. De schoenen van de buurman of buurvrouw in de naburige hokjes zijn duidelijk zichtbaar en een paar oordoppen zou ook heel welkom zijn….

Waar we toen we net aankwamen altijd naarstig op zoek gingen naar een schaduwplek aan de oever is het nu al zover afgekoeld dat een plek in de zon ook wel aangenaam is. Ondanks dat het zondag was bleek het met de drukte erg mee te vallen en we gooiden onze handdoeken neer aan de voet van een hoge boom. Na een uurtje zwemmen en luieren bleken ook Baukje en Jet, twee meiden uit Soest waar Luus en Kilian al mee hadden gespeeld, aan het meer te liggen.

Dobberen op Lac de Passy

De kinderen doken met z’n vieren het water in en papa en mama raakten in gesprek met hun ouders. Na een hoop geklets, nog wat waterpret en de verplichte patatjes voor de lunch slenterden we weer richting tent om de boodschappen voor het avondeten te doen (pasta, tomatensaus, gebakken champignons en geraspte kaas). De twee meiden kwamen voor het eten nog even spelen en nodigden Luus en Kilian uit om na het eten een film te komen kijken bij hun in het huisje, papa en mama werden uitgenodigd om een borrel te komen drinken.

Tablettijd voor Lucia en Baukje

Kilian en Jet

Zo gezegd zo gedaan, Luus en Kilian zaten achter De Grote Vriendelijke Reus terwijl pape en mama een biertje dronken en gezellig zaten te kletsen. Na afloop wilden we nog even in het donker naar het meer lopen vanwege de vallende sterrenregen maar vooral Kilian wilde zijn slaapzak in. Tussen de bomen door wisten we er toch nog een paar te spotten en terug bij de tent bleken de omringende buren weer druk en luid in gesprek. Ook onze nieuwe Spaanse buren presteerden het nog om ’s nachts na twaalf uur doodleuk met de autodueren te slaan…. We denken nog wel eens met weemoed aan het Franse gezin met vier kinderen dat naast ons stond…

Morgen en overmorgen waarschijnlijk regen dus dat wordt in dat geval een bezoekje aan de Decathlon.

We stonden op onder een blauwe hemel en keken elkaar blij aan toen we zagen dat onze Franse buren, het gezin met vier kinderen, aan het inpakken was. De nachtelijke uren hadden we geen enkele last van ze gehad maar overdag was het een constante sfeer van ruzie die gepaard ging met behoorlijk wat lawaai. Nou zijn we zelf absoluut niet heilig als het gaat om wat lawaaiveroorzakend conflict maar dat is heel sporadisch en dit was een continue voorstelling en wat rust op dat gebied was zeer welkom.

Mama bleek daarnaast niet te houden, bij het zien van de zon en met de gedachte aan het beperkte aantal dagen dat we nog voor de boeg hebben was er maar een optie: de bergen in en wel zo hoog mogelijk. Het kostte niet veel moeite om papa hierin mee te krijgen en de kabelbaan van de Grands Montets was de eerste keus. Deze gondel start in het plaatsje Argentiere gelegen in het dal van Chamonix en heeft als tussenstop Lognan om uiteindelijk op 3275 meter te eindigen op de Col de Grands Montets. Gezien de hoogte pakten we vooral ook de jassen en truien in en rond half elf gingen we op pad.

Dankzij de file voor Chamonix die er elk weekend staat dankzij alle toeristen duurde het bijna drie kwartier voordat we aankwamen in Argentiere. Om omhoog te kunnen moest er opnieuw 100 Euro worden afgetikt, zo’n beetje het standaardbedrag hier wanneer je met een gezin van vier een kabelbaan boekt. We stapten direct over in Lognan en stapten even later uit op meer dan 3000 meter in duidelijk koude en ijle lucht. Niet alleen de lucht maar ook het uitzicht was adembenemend en we hadden helder zicht op het Mont Blanc massief, het dal van Chamonix, de Aiguille Verte met de Glacier des Rognons.

Na uitgebreid rond te hebben gekeken, een hoop foto’s te hebben gemaakt en met onze voeten in de sneeuw te hebben gestaan namen we de gondel terug naar Lognan op ruim 1900 meter waar we het stokbrood tevoorschijn haalden.

Na de lunch was er nog genoeg tijd voor een wandeling naar de Refuge de Lognan waar we aan de soep, warme chocomel en bosbessentaart gingen met uitzicht op de enorme ijstorens van de Glacier d’Argentiere.

Om vier uur begonnen we aan de terugweg met de wetenschap dat de allerlaatste gondel om vijf uur naar beneden zou gaan. Op zich ruim op tijd maar voor Luus en Kilian was het missen van de laatste gondel zo’n schrikbeeld dat we in een recordtijd terug waren bij Lognan waar de gondel ons terugbracht bij de auto.

Kilian was euforisch bij het ontdekken van een onbekend nummerbord, hij heeft deze vakantie een totale fascinatie ontwikkeld voor het spotten van nationaliteiten op basis van het nummerbord en deze, een auto uit San Marino, was een unieke. De file bij Chamonix werd opnieuw getrotseerd en teruggekomen bij de tent waagde mama zich aan een douche, ging papa de website bijwerken en nestelden Luus en Kilian zich achter hun tablets. Voor het avondeten schoven we aan bij het restaurant op de camping voor een pizza, iets wat we dankzij het vakantiegeld van opa en oma maarliefst vier keer kunnen doen!

Morgen waarschijnlijk naar de Gorges de la Diosaz en ’s middags weer eens luieren aan “ons” meer.

Lucia en Kilian zorgden vanochtend voor het eerst zelfstandig voor de broodjesservice en kwamen netjes met de bestelde baguette en corissantjes aan. Het had tot vrij vroeg in de ochtend nog geregend maar we waren allang blij dat we geen noodweer hadden gehad zoals sommige gebieden om ons heen.

Wakker worden in de tent

Vanwege de nattigheid besloten we om binnen in de tent te ontbijten en daarna werden de rugzakken snel ingepakt. Papa had een doel gevonden in de Le Brevent gondel boven Chamonix, een tweetrapstraject dat bestond uit de Telecabine Planpraz, kleine gondels die iedereen naar 1800 meter brengen en verolgens de Le Brevent Gondel die nog eens ruim 400 meter hoger eindigt.

Om 11 uur reden we weg van de camping en na een klein half uur reden we het mondaine Chamonx weer binnen om vrij vlot een plek in de parkeergarage te vinden. De regenwolken van voorgaande dag en nacht waren nog nadrukkelijk aanwezig en het was ons ook al opgevallen dat de top van de Brevent nog in wolken was gehuld. Heel netjes werden we hiervoor ook bij de kassa gewaarschuwd: “brouillard!”. Na een kort overleg  besloten we de waarswhuwing te negeren omdat er hele lichte plekken in de bewolking ontstonden en we het gevoel hadden dat dit wel eens kon doorzetten. Ruim 100 Euro lichter lieten we ons naar boven takelen en inderdaad gleden we al snel een compleet grijze wereld in. Na de tweede gondel stapten we in dezelfde omstandigheden uit om te constateren dat het welliswaar rustig was maar dat we toch zeker niet de enigen waren die de “tocht” hadden gewaagd.

In de Telecabine Planpraz

De bevestiging dat we de juiste beslissing hadden genomen duurde niet lang en na ongeveer een kwartier staken de besneeuwde toppen aan de overkant van de vallei voorzichtig hun hoofd uit de wolken. Iedereen die boven aanwezig was ging snel op zoek naar de beste fotoplek en binnen een minuut namen de wolken het weer over, een schouwpel dat zich steeds herhaalde en voor hele mooie doorkijkjes zorgde. Tijdens zo’n gat in de bewolking hadden we aan de andere kant van de berg in de diepte een meer zien liggen en ondanks een wat stroeve start van Luus en Kilian besloten we met z’n allen om daar naar toe te lopen. Zo goed en zo kwaad als het ging daalden we af van de top om te zien dat de bewoling zoch steeds verder terug trok. Het meer dat we tot doel hadden gesteld bleek toch wat te ver weg te zijn en na iets meer dan een uur afdalen zochten we een plek bij een paar piepkleine meertjes om daar wat te gaan eten. Tijdens deze lunch ontdekte mama met het blote oog in de verte een berggeit die op de rand van een graat lag te luieren. Een blik met onze verrekijker bevestigde dat het inderdaad om een berggeit ging en dat hij op dat moment ook ons nadrukkelijk aan het bestuderen was. Papa probeerde nog snel even op deze graat te komen om te kijken wat er aan de andere kant lag maar werd tegengehouden door een diepe kloof, het werd tijd om weer terug te gaan.

Wegdrijvende wolken

Aiguille du Midi

Onderweg

Poseren bij een hele grote steenman

Mama wijst naar de exacte lokatie van de nieuwsgierige berggeit

Op de terugweg namen Luus en Kilian de leiding en liepen tot verbazig van papa en mama in een noodtempo omhoog, alleen nog tegengehouden door een Japanner die vroeg hoe oud Kilian was en zo onder de indruk was van het antwoord dat hij een foto van hem nam, compleet met bergschoenen, bergstok en pet. Op de top aangekomen namen we gondel naar beneden, namen op het tussenliggende Planpraz station nog wat foto’s van het Mont Blanc-massief en begonnen aan de terugweg naar Chamonix.

Uitzicht op Chamonix en het Mont Blanc massief vanaf Planpraz

Op de terugweg werd nog snel de Joue Club speelgoedwinkel bezocht waar het laatste vakantiegeld werd uitgegeven (Schleich paardjes en een skateboard) en de Carrefour om inkopen te doen voor de ultieme camping maaltijd: pasta met tonijn, doperwten en mayonaise.

Om zeven uur zaten we elkaar vanochtend verdwaasd aan te kijken. Ons schema is zo opgeschoven dat we elke ochtend om half negen pas op gang komen en wakker worden omdat het moet viel niet mee. Zeker ook niet voor papa die ’s nachts een paar keer was wakker gemaakt door Kilian omdat hij was verdwaald in zijn dekens en in het donker de weg in zijn bed niet meer kon vinden.

Na een fluisterstil ontbijt zaten we keurig om kwart voor acht in de auto, op weg naar Le Fayet waar de Tramway du Mont Blanc zijn startpunt heeft. Dit tandradtreintje rijdt in een uur tijd van 500 meter naar het eindpunt op ruim 2300 meter, Nid d’Aigle. Onderweg is er een supermooi uitzicht op de Mont Blanc en met name zijn buurman, de Aiguille de Bionssay. Bij aankomst in Le Fayet was het al behoorlijk druk en het gezelschap was zeer divers, van japanners op gympies tot en met serieuze klimmers die zich omhoog lieten rijden om vervolgens naar de Refuge de Tete Rousse te wandelen, de laatste hut van waaruit de Mont Blanc wordt beklommen. Wij voegden ons naadloos in dit gezelschap en vonden een mooie plek in de trein.

Luus en Kilian waren maar matig enthousiast en waren blij toen we na een uur het eindpunt bereikten en de merkbaar ijlere lucht instapten. We vervolgden te voet de route naar de Glacier de Bionassay, de gletscher die zich een weg naar beneden baant vanaf de flanken van de gelijknamige vierduizender. We kwamen behoorlijk dichtbij maar merkten tegelijkertijd dat de bewolking vanuit het dal behoorlijk toe begon te nemen en dat het beneden ons al was begonnen met regenen, tot zover de betrouwbaarheid van het weerbericht…

Het stationnetje van de Tramway du Mont Blanc

In de trein

 

Na een snelle kop koffie in de berghut kropen we weer in de trein naar beneden en door het weer en een boze bui van Luus besloten we om geen tussenstops meer te maken en meteen helemaal af te dalen. De rest van de middag werd besteed aan boodschappen doen en plannen maken voor de komende dagen. Pas aan het begin van de avond stopte het met regenen.

Vandaag was wasdag, een dag waar mama nooit echt naar uitkijkt maar die zich onherroepelijk eens per vakantie aandient. Deze keer was het vooral het tekort aan onderbroeken voor onze jongste deelnemer die de noodzaak voor een wasbeurt duidelijk maakte. Zo gezegd zo gedaan en mama ging na het ontbijt op zoek naar een wasmachine die nog niet in gebruik was, iets dat niet mee bleek te vallen.

Lucia, Kilian en papa deden het uitermate rustig aan met spelletjes Uno bij de tent, af en toe wat eten of drinken en mentale ondersteunig voor mama die af en toe licht gefrustreerd voorbij kwam lopen als een medekampeerder zijn was weer eens niet had opgehaald. Al een aantal dagen worden we regelmatig bezocht door een lokale koolmees die zo dichtbij komt dat Luus haar de naam “Lily” heeft toegekend. Lily komt dan ook rustig de ontbijttafel bezoeken om te kijken wat er te halen valt…

Lily pikt een croissant

Naarmate de dag vorderde kondigde het onweer zich weer aan met een dreigend gerommel in de verte. Mama kreeg het toch nog voor elkaar om er twee wassen doorheen te draaien en we gingen snel nog wat boodschappen doen om pannekoeken te kunnen bakken. Ook dat lukte allemaal nog zonder regen. Bij het inpakken van de tassen ’s avonds, we gaan morgen met de Tramway du Mont Blanc omhoog, begon het toch nog lich te regenen. Morgen moet het mooi en droog zijn.

We stonden op in een natte wereld want de regenbui had tot diep in de nacht geduurd. Na een ontbijt in een voorzichtig doorkomende zon was het tijd om plannen te maken voor de dag, na twee rustige dagen achter de rug was het weer tijd voor wat actiefs. Het vinden van een geschikte wandeling viel niet mee en de keus viel uiteindelijk op de Cascade de l’Arpenaz, een waterval in het dal van Sallanches waar ook een wandelpad liep.

Het inpakken van alle spullen is altijd een intensieve klus, verzamelen van de lunch, water innpakken, alle bergschoenen, -sokken en -stokken, wandelkaart, snoepjes en zonnebrandcreme. Gelukkig is het hier compleet onnodig om ook nog warme kleding mee te nemen. Uiteindelijk was iedereen klaar om op pad te gaan en na een ritje van een minuut of twintig reden we af op een indrukwekkende verticale rotswand waar inderdaad een waterval naar beneden stortte. Dat deze al vanaf de parkeerplats zichtbaar was, was een beetje een misrekening omdat we er op hadden gerekend dat we nog een wandeling voor de boeg zouden hebben. Ondanks dat toch op slippers even de tocht naar de voet van de waterval.

Cascade de l’Arpenaz

Cascade de l’Arpenaz

Met de wandeling als sneeuw voor de zon verdwenen gingen we met de kaart in de aanslag op zoek naar een alternatief en die vonden we even verder in het dal waar bij het gehucht Bellegarde een deel van de GR96 leek te lopen. Na even zoeken voor een parkeerplek trokken we in de smorende hitte de bergschoenen aan, nog gewaarschuwd door een oude dame die ons toeriep dat het erg warm was maar dat het wandelpad wel in de schaduw lag. Dat laatste klopte gelukkig en het wandelpad slingerde zich door een dicht bos naar boven.

Wandelen in de schaduw

Volgens de bordjes was het iets meer dan een uur lopen naar de Torrent de l’Epine, volgens de kaart een riviertje moest lopen. Al bij de eerste blik op de bedding waar het water had moeten lopen was duidelijk dat het tekort aan regen  er voor had gezorgd dat er nog een klein stroompje water over was. Het pad liep als snel tegen een verticale rotswanden aan en werd behoorlijk steil, slingerend en op sommige plaatsen ondersteund door bruggetjes.

Wiebelende bruggetjes

Even wat drinken en een snoepje

Na vijf kwartier klimmen liepen we nog steeds tussen de bomen en begonnen Luus en Kilian te roepen dat ze nu toch ECHT niet meer verder wilden. Aangezien het best pittig was geweest hadden ze wel een beetje gelijk en zochten we in de droge rivierbedding een grote steen om te zitten zodat we wat konden eten. Mama kreeg acuut de negatieve kriebels van deze plek en na een klein stukje afdalen aten we ons brood met kaas en worst met een kleine doorkijk op het dal beneden ons. De kriebels van mama waren wel een beetje te verklaren, helemaal omdat we al de hele wandeling niemand waren tegengekomen en het dichtbebaderde bos ook nog eens doodstil was.

Bloem of paddestoel?

Stoere stappers

Na een snelle afdaling was het tijd voor de dagelijkse boodschappen en haastten we ons terug naar de camping, snakkend naar het koele water van het meer bij de camping. Zo gedacht zo gedaan en een half uur later lagen we af te koelen met uitzicht op de eeuwige sneeuw. Het gerommel van onweer in de verte maakte uiteindelijk een einde aan de waterpret maar gekukkig bleef de nattigheid ons deze keer bespaard en konden we de rest van de avond lekker buiten zitten.

Avondlicht

Hoewel het eigenlijk een wandeldag was had mama de wens uitgesproken om een keer een stadje te bezoeken en er was geen andere conclusie mogelijk dat het doel dan Chamonix moest worden. Enerzijds omdat het voor papa twintig jaar geleden was dat hij er was geweeest maar ook zeker omdat we met Luus naar de kapper wilden. Na elke zwemsessie was mama tegewoordig bijna een half uur bezig om alle klitten uit het haar te krijgen en ook Luus zelf was dit wel een beetje zat.

Rond elf uur reden we de camping af richting en Chamonix en na een klein half uur kwamen we aan, deze keer zonder file en plotsling opduikende honden. Een plek in een parkeergarage was snel gevonden en we liepen zo het centrum in op zoek naar een terras voor wat te drinken met wat lekkers er bij. Dat lekkers lieten we snel varen bij het zien van de prijzen en papa en mama namen hun toevlucht tot het voordeligste kopje koffie op de kaart, een espresso a 3 Euro en Luus en Kilian nipten voorzichtig van hun cola die bija 5 Euro moest opbrengen. Het uitzicht vanuit het centrum Chamonix maakt een hoop goed en is ook de reden dat er zo ontzettend veel toeristen op af komen. Overal waar je loopt is het contour van de Mont Blanc, Aiguille du Midi en omrigende vierduizenders zichtbaar, echt heel spectaculair.

Na een rondje lopen langs de nodige buitensportzaken en de standbeelden van Paccard en Balmat die op 8 augustus 1786 voor het eerst de top van de Mont Blanc bereikten vonden we zowaar een kapper. Hoewel we waren voorbereid op Chamonieuse prijzen viel het nog enigzins mee en we konden voor 3 uur ’s middags een afspraak maken. De supermarkt in het centrum zorgde voor kaasjes en drinken en in een nabijgelegen park aten we in de schaduw een lekkere lunch. De nabijgelegen McDonalds was de thuisbasis voor alle sanitaire stops, met helaas als bij-effect dat we als aanvulling op de lunch geen weerstand konden bieden tegen de patatjes.

Het centrum van Chamonix

Broer en zus

Na een rondje te hebben gelopen door het centrum was het al bijna drie uur en liepen we bij de kapper binnen. De franse kapsters reageerden ontzet op ons verzoek om zo’n vijftien centimeter van het haar van Luus af te halen en er werd een tegenvoorstel gedaan met als argument dat het voor Luus zelf te shockerend zou zijn om er zo’n end van af te halen. Alleen toen Luus zelf aangaf hoe kort het moest waren de dames gerustgesteld en werd na een shampoo-beurt de schaar er in gezet met een prima eindresultaat.

Fris gewassen en klaar voor de knipsessie

Bijna klaar

Tijdverdrijf tijdens de knipbeurt

Na de knipbeurt sprongen we in de auto voor de broodnodige boodschappen en bij het verlaten van de supermarkt kondigde een flink onweer zich al aan. In de regen kwamen we bij de tent aan en maakten we het ons zo goed en zo kwaad als het ging makkelijk met het getik van de regen als achtergrondgeluid. De voorspelling voor morgen is weer prima.

Zoals afgesproken met Luus en Kilian was het na de wandeling van gisteren tijd voor een rustdag en met een meer in de buurt betekent dat lui liggen aan de oever en af en toe een duik in het lauwe water. Het weer was als vanouds weer prima met een onbewolkte lucht en een hitte die zich al in de ochtend aankondigde. Na een luxe zondagochtend ontbijt schoten we de zwembroeken aan, zochten we de lunch bij elkaar en hesen we de opblaasattributen op onze rug. De eenhoorn was tot verdriet van Luus al lek hoewel het verdriet snel was getemperd toen ze bij de plaatselijke speelgoedwinkel een grotere versie had gespot…

Na een aantal keer aan het meer te zijn geweest bleek dat we al goed zicht hadden op waar de schaduwplekjes waren en bovendien ook hoe de schaduw zich in de loop van de dag over de oevers van het meer ontwikkelde. Dat dat goed van pas kwam bleek toen we bij meer aankwamen, het was zondag en de Fransen waren er ook massaal op uitgetrokken. Heel gezellig overigens en hoewel het in de relatief schaarse schaduw soms handdoek aan handdoek was, was het geen moment storend. De Fransen maakten er een echte zondagmiddag barbecue van en wat vooral ook opviel was hoe schoon het allemaal was. Ook aan het einde van de dag is het allemaal netjes, dat is in Nederland helaas wel anders.

Onze meegebrachte lunch werd aangevuld met patatjes van de plaatselijke snackhut en in de loop van de middag waren we uitgezwommen en werd het weer tijd voor de tent. Even douchen, wat tijd voor Luus en Kilian op de tablet en Nintendo Switch en aan het einde van de middag liepen we naar het restaurant van de camping voor pizza, lokale biertjes en Orangina voor Luus en Kilian. Er werd wat moeilijk gekeken toen we als echte hollanders om kwart over zes al om pizza vroegen maar de Franse kok was in een goed humeur en twintig minuten later zaten we achter een dampende pizza.

Relaxnetten aan de oever van het meer

Uitzicht richting de camping

Na het eten zijn we nog even het meer rondgewandeld om te kijken wat er verder nog te doen is en overal waren nog groepjes aan het zwemmen en barbecuen. Om half elf lagen we in ons bed. Sinds gisteren hebben we naast ons Franse medekampeerders, een gezin met vier kinderen waar de gesprekken af en toe een explosief karakter hebben. Gelukkig blijken ze wat slapen betreft exact hetzelfde ritme te hebben, ’s ochtends om half negen op en ’s avond na tien uur rust. Morgen gaan we een bezoekje brengen aan Chamonix.

Na een rustige nacht een een standaard campingontbijt met croissantjes, stokbrood, Port Salut kaas en bramenjam van de lokale jam-boer, begonnen we weer eens met het verzamelen van de wandelspullen. Om ons plan waarbij we om de dag op pad gaan in ere te houden werden de bergschoenen, wandelstokken en -kaart en lunch verzameld en om half elf reden we de camping af op weg naar Chamonix.

Het uitzoeken van een geschikte wandeling valt door de aanhoudende hitte niet mee, we moeten het of serieus hogerop zoeken of een wat lagere wandeling met veel beschutting. Dankzij het internet waren we uitgekomen bij een wandeling in de laatste categorie, een korte maar best pittige klim vanuit het dal naar de Cascade du Dard. Het pad naar deze waterval liep vrijwel in z’n geheel door een dicht bos met loof- en naaldbomen en langs een rivier, ideaal recept voor het verdrijven van de hitte dus.

Tijdens onze rit kregen we nog de schrik van ons leven toen er op een 70-kilometer weg opeens een hond vanuit de struiken de weg op liep. We raakten hem behoorlijk en hoewel papa vrij snel de auto uit was, was de hond nergens meer te vinden. Na 10 minuten zoeken raapte papa het nummerbord maar van de weg dat er vanaf was gesprongen en vervolgden we onze weg. Het was ontsettend druk, enerzijds door de file voor de Mon Blanc tunnel waar we nog een straatje van meepikten en anderzijds door de dagjesmensen die massaal Chamonix in wilden rijden. Wonder boven wonder vonden we een gratis parkeerplek op vijftig meter afstand van het begin van de wandeling en na goed insmeren slingerde papa de rugzak op en begonnen we aan de klim.

Luus en Kilian hadden ondanks het mooie en beschutte pad met enige regelmaat wat aansporing nodig maar uiteindelijk schoten we lekker op. We werden vergezeld door de snelstromende rivier en mooie doorkijkjes op de gletscher van het Plateau des Pyramides en de Mont Blanc en Aiguille de Bionassay. Na ongeveer een uur kwamen we aan bij de waterval, waar ook een berghutje bleek te zijn. Met het gebulder van de waterval en af en toe wat koele nevel in ons gezicht zochten we een plek in de schaduw voor onze stokbroodjes met kaas en worst.

Pad langs de rivier met zicht op de Aiguille de Bionassay

Poseren bij de Cascade du Dard

Omdat een rondje lopen altijd leuker is dan dezelfde weg terug besloten papa en mama om nog een klein stukje verder te klimmen en daarna een alternatieve route naar beneden te nemen. De kaart leek helaas niet helemaal accuraat want de spltsing van de alternatieve route bleef uit. Toen de protesten van Luus en Kilian wel heel hevig werden nam papa nog even een sprint bergop in de hoop de afdaling te vinden, maar helaas. Toch dezelfde route naar beneden dus waarbij we bij het berghutje bij de waterval, waar we toch weer langskwamen, vier ijskoude glazen Orangina bestelden. Kilian moest voor een grote boodschap naar de WC en keek z’n ogen uit toen het een “droge WC” bleek te zijn. Geen water om door te trekken dus maar een grote bak met geurende houtsnippers waarmee je je boodschap moest afdekken. Luus kreeg spontaan ook aandrang toen ze het verhaal van Kilian hoorde…

Berghut bij de Cascade

Uitzicht op de kabelbaan van de Aiguille du Midi

Beneden aangekomen boodschappen gedaan in Chamonix en rond half vijf kwamen we weer aan op de camping. Het avond eten bestond uit pasta met tomatensaus, gebakken champignons en een salade. Als toetje nog een naar de receptie van de camping geslenterd voor een ijsje. Morgen weer “lekker” warm!