Na een zonnig maar deze keer wel wat fris ontbijt was het plannen maken voor de dag. Lucia had voor deze vakantie de vurige wens om bij een echte platenwinkel langs te gaan, voornamelijk om op jacht te gaan naar de ontbrekende Spandau Ballet albums op vinyl. Een snelle zoektocht liet zien dat er twee keuzes waren: Geneve of Annecy. Omdat we weinig zin hadden om nog eens een grens te passeren viel de keus op Annecy, zeker ook omdat we er goede herinnerigen hadden aan ons bezoek met de Booghjes drie jaar geleden.

Tot onze eigen verbazing waren we supersnel ingepakt en waren we onderweg. De rit liep voorspoedig tot onze Google navigatie ons verzekerde dat we op de plaats van bestemming waren aangekomen terwijl we nog midden op de snelweg reden. Met wat kunst en vliegwerk kwamen we toch aan bij de “Vinyl Corner” waar een uiterst vriendelijke eigenaar ons mededeelde dat ze alleen online verkochten, helaas… gelukkig was er nog een tweede platenwinkel nabij het oude centrum en na een spannende parkeeractie in een wel heel krappe parkeergarage iiepen we het centrum van Annecy in.

Omdat de tweede winkel (“Culture Trock”) middagpauze had spreiden we een kleedje uit in een park aan de rand van het meer voor een lunch. Met uitzicht op het bijna azuurblauwe water en de omringende bergen kregen we het idee dat ongeveer de helft van alle mensen om ons heen de Nederlandse nationaliteit had. Toen het stokbrood met Babybel, Bifi en hardgekookte eitjes op was (weggespoeld met ijskoude Orangina) liepen we terug naar de platenwinkel om er achter te komen dat er niets van Luus haar gading bij was.Na nog een rondje door de oude stad te hebben gelopen zetten we weer koers naar het heelijk rustige Passy.

De avond werd besteed aan barbecuen met heerlijke spiezen en Tabouleh van de Grand Frais en wat tafeltennis en badminton. Mama was de eerste doe werd gestoken door een wesp, iets dat we al wel aan zagen komen door het grote aantal dat dagelijks voorbij komet vliegen, maar de gevolgen waren minimaal door met name een Franse dame die onmiddelijk kwam aanredden met een grote apparaat om het gif er uit te zuigen. Morgen stond eigenlijk een overnachting gepland in de Refuge Bellachat bij Chamonix maar omdat er onweer is voorspeld voor morgen lukte het ons nog om deze te verplaatsen naar komende zondag.

We deden het rustig aan op deze weer zonovergoten ochtend. Na de Chocopops, croiassantjes en vers fruit werd er wat gerommeld rond en in de tent. Het plan voor vandaag hadden we gehaald uit een boekje dat we vorig jaar in Chamonix hadden gekocht: “Les plus belles randonees – Lacs et Cascades autour du Mont Blanc”. Daarin stond een relatief eenvoudige wandeling beschreven naar de gletschermeren van de (Aiguille de) Bionassay.

Met de tassen ingepakt reden we einde van de ochtend vol goed moed richting het noordwesten met als doel het nietige Le Clozat. Nadat we met de auto Les Contamines waren gepasseerd werd de weg steeds smaller en bochtiger en reed er alleen nog een stoere terreinwagen voor ons. Met een flashback naar eerdere adrenaline-rijke ervaringen op smalle bergpaadjes en een route die nog bijna een half uur ging duren, besloot papa dat het mooi was geweest en keerde om. Terwijl we ons op de terugweg afvroegen wat we dan nu gingen doen reden we als bijna vanzelf richting Combloux/Megeve, een tweetal mondaine dorpjes in de bergen boven Passy.

Nabij het centrum bleek er geen parkeerplek meer te zijn, alleen nog in het wat hoger gelegen deel van Megeve. Daar parkeerden de auto onder toeziend oog van sjiek uitgedost publiek dat zich richting de golfbaan begaf. Hoewel er wel wandelbordjes stonden bleken de wandelingen zelf pal langs de weg te lopen, geen pretje dus. De kaart liet zien dat er ook een kabelbaan vetrok naar het hoger gelegen Mont d’Arbois en nog net geen 70 Euro lichter werden we even later naar boven getakeld na een snelle lunch aan de rand van de golfbaan. Het gondeltje waar we in zaten rammelde, piepte en kraakte maar het deed nog zijn werk en op 1833 meter stapten we uit.

De omgeving van Megeve bleek overduidelijk gericht op de wintersport. De wandelroutes liepen over brede stoffige paden tussen de eindstations van waar in de winter de skiers uit de liftjes springen. Weinig inspirerend allemaal maar voor een inloopwandeling was het allemaal prima. Het uitzicht op het Mont Blanc-massief was ook fenomenaal al werden de toppen vandaag afgeschermd door een dikke laag bewolking die zich niet liet verjagen door de hitte van de zon.

Luus en Kilian liepen met wat gemopper door tot we op het hoogste punt waren, Mont Joux op 1958 meter. De ijskoude Orangina waar we ons op hadden verheugd werd door onze neus geboord omdat restaurant dicht was vanwege een verbouwing. Gelukkig konden we bij een iets lager gelegenberghut nog wel onze dorst lessen voordat we weer in de gondel naar beneden stapten.

Na wat snelle boodschappen bestond het avondeten uit Caprese met het restant van het stokbrood. Na nog wat tafeltennis liepen we in het donker nog even naar het meer en ploften we ruim na elf uur in onze bedden.

De zon scheen overtuigend toen papa en Kilian om kwart voor acht de tent uitkropen. Kilian had het al weken over de eerst ochtend broodjes en fruit halen bij de Grand Frais en de inpandige boulanger en nu was het dan zover. De croiassantjes en baguettes lagen ons als vanouds toe te lachen en teug bij de tent was het ontbijtje even genieten. Wel een klein logistiek issue omdat onze perculator net even te klein was nu Luus ook koffie dronk bij het ontbijt, dan maar twee keer koffie zetten.

De nacht was wat onrustig geweest aangezien we er achter kwamen dat we de matrashoes waren vergeten die om onze matjes hoort te zitten. De oplossing in de vorm van de lakenzakken (gekocht voor de geplande huttentocht) was er gelukkig maar echt lekker lag het niet. Aangezien we toch onze voorraden moeten aanvullen bij de Carrefour besloten we om dan ook meteen een echt Frans exemplaar te kopen. Kilian wilde eerst nog wel even langs de Jouer Club maar kon er deels door de belachelijke prijzen uiteindelijk niets vinden.

Met allee boodschappen in huis ging mama aan de gang met het wassen van de nieuwe matrashoes en papa en Kilian namen een plons in het meer. Luus had even geen zin en bleef lekker hangen bij de tent jaren ’80 muziek luisteren. Aan het einde van de middag liepen we naar het restaurant aan de oever van het meer, Reataurant Les Criques. Even na zessen schoven we aan op het terras om er achter te komen dat het restaurant pas om zeven uur open zou gaan. Met een paar potjes Uno brachten we het uur door, het eten bleek gelukkig het wachten waard.

De nacht was een wisselend succes geweest, waar de mannen een beste nacht hadden gehad bleek het voor de dames nogal matig te zijn geweest door een airco die niet optimaal werkte. Het simpele ontbijtje was gelukkig weer lekker en de nieuwe toevoeging dit jaar waren wafels die er goed in gingen. Om nog voor het sluiten van de receptie, om 12 uur, op de camping aan te komen draaiden we om kwart voor acht alweer de Autoroute Blache op voor de resterende 350 kilometer naar Passy.

In de smorende hitte kwamen we mooi op tijd aan bij Camping Les Iles waar we tot onze verrassing precies de plek kregen toegewezen waar we bij het reserveren om hadden gevraagd, iets wat tot nu toe nooit was gelukt. De tent was snel opgezet waarna we bij het meer even onze voeten afkoelden en neerploften voor lunch.

De rest van de middag waren we druk met het inrichten van onze plek, deze keer voor het eerst met een extra “partytent” aangezien we vorig jaar een aantal keren buiten in de regen hadden staan koken. Later in de middag tetterde er over het omroepsysteem van de camping nog een nauwelijks te begrijpen boodschap over naderend noodweer. Ons plan om te gaan eten bij het restaurant aan het meer lieten we daarom varen en we besloten om ons avondeten dan maar te gaan halen bij de Super-U in Passy. De spaghetti en de bak met rauwkost gingen er goed in.

Het noodweer bleek overigens aan ons voorbij te gaan, na wat harde windvlagen en indrukwekkende wolken brak alles weer open. Mama en Kilian besloten om ’s avonds in het donker nog even een duik te nemen in het meer terwijl papa en Lucia nog wat potjes Uno deden bij de tent (papa werd dik ingemaakt…).

Met een lange aanloop van plannen en voorpret die helaas toch weer werd doorkruist door Corona perikelen ging de wekker vanochtend weer om vijf uur. Met Frankrijk als een van de weinige landen die nog van inreizende toeristen nog test-, vaccinatie- of herstelbewijzen vroeg, hing de Corona-wolk toch weer een beetje boven de normaal onbezorgde weken vakantie. Het maakte Lucia en Kilian niet zoveel uit en ze rolden vrijwel direct uit hun bed. Na de laatste inpakwerkzaamheden, een bak happie voor Olaf en een knuffel van/voor de Booghjes die weer hun bed uit waren gerold om ons uit te zwaaien, zetten we koers richting het zuiden.

Vergezeld door de zon en een hoop mede-kampeerders schoten we lekker op, alleen een kleine file in Belgie zorgde voor wat vertraging. De parkeerplaatsen puilden soms wel uit, waarbij de rij wachtenden voor de bezninepomp soms al begin op de invoegstrook van de Aire. Uiteindelijk bleek geduld (en genoeg benzine in de tank) elke keer de sleutel tot het vinden van een parkeerplaats met ruimte en schaduw.

Na een rit van 10 uur waarbij we gedurende de dag elke keer weer dezelfde auto’s tegenkwamen op de snelweg reden we even na vieren de parkeerplaats op van het Ibis Hotel in Dijon. De Mac zorgde voor wat bodem in onze rammelende magen en met wat douchen, lezen en spelletjes kwamen we de rest van de avond door tot we rond negen uur behoorlijk moe gingen slapen.

Het gevoel was dubbel vandaag: alle beslommeringen van huis en werk leken een eeuwigheid geleden maar plotsling was daar dan toch de laatste dag. Zonder enige Denemarken ervaring kwamen we een week geleden het eiland op gereden en in een week tijd waren we behoorlijk verknochtaan geraakt. Vooral door de vriendelijke mensen, weidse uitzichten en verlaten wegen, het perfecte weer en supermooie huisje hielpen daar natuurlijk ook bij. Zeker een plek om nog eens naar terug te keren.

De dag begon zoals gewoonlijk als eerste voor papa. Kilian wilde absoluut weer mee om de broodjes te halen maar hij lag om acht uur nog zo diep te slapen dat wakker maken wel heel wreed leek. Het was gisteravond ook wel wat laat geworden. Na het ontbijt was het als eerste tijd voor midgetgolf aangezien dat gisteren niet was gelukt. Het enthousiasme dat Kilian gisteren had bij het zien van de baan was terecht, hele leuke holes die vanaf baan 1 behoorlijk uitdagend waren. De winst ging uiteindelijk nipt naar Kilian die een slag minder nodig had dan papa.

Na deze “sportieve” inspanning was er vooral behoefte aan nog een kop koffie en de meest logische plek daarvoor was Hattesgaard, het cafe waar we eerder deze week al eens heerlijke taartjes hadden gegeten. Ook nu was het weer een feestje en hoewel het weer toch echt wel minder was ploften we daar weer neer op het terras buiten. De keuze voor taart was voor het grootste deel anders, alleen de pistache taart stond voor de tweede keer op tafel omdat deze zo goed combineerde met de koffie.

Volgende stop was Havneby (door papa en mama deze week strucureel Husavik genoemd dankzij de Songfestival film…) waar we nog een bezoekje brachten aan de sportshop. Mama was helemaal happy met een softshell en een roze fleeze trui, ook voor Luus was er een knalrode softshell en papa vond nog een hoodie en t-shirt. Terwijl de dames de overige winkels nog bezochten trapten papa en Kilian nog snel een balletje op het voetbalveldje, daarna was het tijd voor lunch in onze thuisbasis.

Het middagprogramma werd gevuld door een vurige wens van papa en mama die het vrij bizar vonden dat we al bijna een week op een eiland waren maar nog niet aan de rand van de zee hadden gestaan. Gemak dient de mens dus reden we met de auto weer het strand van Lakolk op tot we niet verder konden en gingen te voet verder. Het was prettig lopen onder een bewolkte hemel en weinig wind en de voornaamste bezigheid was het zoeken van schelpen. Qua soorten was er geen verschil met Nederland, wel lagen er ontzettend veel zgn “scheermessen”. Even na vieren kwamen we weer terug in het huis en kon er voorzichtig al wat worden ingepakt.

Voor de avond hadden we een tafek gereserveerd bij Cafe Fru Dax in Lakolk, zo dichtbij dat we er lopend naar toe konden. Het werd al snel duidelijk dat de reservering hard nodig was want voor ons dropen de nodige mensen teleurgesteld af die ook een hapje wilden eten. Het eten zelf was prima, Luus ging voor de pasta, Kilian voor de fish & chips, mama had een duideliijke voor keur voor de zalm en papa was blij met een wiener schnitzel.

Tot onze verrassing bleken de koffie en thee gratis en kregen Lucia en Kilian allebei nog een gratis zakje snoep Na het eten liepen we weemoedig nog even naar het begin van het strand waar de lucht eindelijk begon te breken.

Het restant voor de avond was voor inpakwerk en een badsessie voor Luus die nog een mega badbom had liggen. Morgen om zeven uur op, morgen avond weer in Warmetuut.

Na al het spektakel van gisteren in Legoland hadden we ons voorgenomem om de dag vandaag heeeeel rustig te beginnen. Dat kon ook, want naast de paardrijsessie die de dames voor de middag hadden geboekt in de Kommandørgården stond er niets gepland. Rond half acht waren het papa en Kilian die als eerste wakker waren en na een kop koffie (voor papa) stapten ze in de auto om het ontbijt te halen. Het weer was nog steeds prima, al was de bewolking wel erg nadrukkelijk aanwezig.

Na het ontbijt was het tijd voor wat gamen, wat rommelen in en om het huis, wat achterstallig leeswerk en koffie met wat lekkers. Na een snelle lunch stapten we om half een in de auto richting Havneby waar een tweetal IJslanders nog nietsvermoedend in hun stal stonden te luieren. Het was even zoeken naar de manege maar we vonden hem uiteindelijk toch. Luus kreeg een roodbruine merrie met de naam Frekja terwijl Be een creme/witte ruin kreeg toegewezen die luisterde naar de naam Prince. Terwijl de paarden werden gepoetst gingen papa en Kilian naar Toftum in het noorden van Romo waar een midgetgolfbaan moest zijn.

Het eiland kent twee van deze banen maar de dichtsbijzijnde was nog dicht. Aangekomen in Toftum liepen we een rondje over de baan en Kilian was meteen enthousiast. Snel liepen we naar de receptie….deze bleek ook dicht. Zwaar teleurgesteld stapten we weer in de auto en kozen voor Plan B, datgene waar Kilian altijd blij van wordt: voetballen. Van het noorden van Romo reden we weer naar Havneby in het zuiden en werd er anderhalf uur balletje getrapt met een ijsje in de pauze. Rond vier uur stapten we in de auti in de hoop de meiden te kunnen onderscheppen om nog wat foto’s te maken maar dat bleek onbegonnen werk. Rond half vijf waren ze weer terug bij de Kommandørgården waar papa en Kilian al stonden te wachten.

Het avondeten bestond uit afhaalpizza en de avond werd doorgebracht met thee drinken en spelletjes.

Als er een merk onlosmakelijk met Denermarken is verbonden is het wel Lego, het spul waar we thuis een enorme bak vol van hebben staan maar waar nog maar zeer sporadisch mee wordt gespeeld. Toch was er vooraf geen enkele twijfel dat bij een bezoek aan Denemarken Legoland niet overgeslagen kon worden, ondanks dat het wel ruim anderhalf uur rijden was vanaf onze tijdelijke thuisbasis. De toegangs- en parkeerkaarten waren vooraf al besteld voor de lieve som van 200 Euro…

Met de wekker op half zeven leek het in eerste instantie op een echte ouderwetse werkdag maar de gedachte aan een dagje pretpark deed ons toch anders uit bed springen dan normaal. Na een snel ontbijtje en het inpakken van lunch, drinken en tussendoortjes lukte het ons prima om om acht uur weg te rijden richting Billund. Tot onze verbazing kwamen we tijdens de gehele rit geen snelweg tegen, bovendien waren het voornamelijk lege wegen tot vlak voor aankomst bij Legoland zelf. Het parkeren lukte tot vlak bij de ingang en om tien uur liepen we het park binnen.

Luus en Kilian hadden vooraf een top 3 gemaakt van attracties waar ze echt in wilden en daar zat zowaar overlap in. De Vikings River Splash en de Haunted House waren favoriet, waarbij we de eerste van deze twee al snel konden afstrepen. Onderweg naar de tweede kwamen we langs de Xtreme Racers, een achtbaan die zich met veel geweld naat beneden stortte. Papa en Lucia keken nog even de kat uit de boom,l mama en Kilian denderden even later wal naar beneden tot schrik van Kilian die het fenomeen achtbaan nog niet eerder had ondervonden.

Het smaakte allemaal gelukkig naar meer en gedurende de dag lieten we ons van watervallen glijden in ronddraaiende boten en kano’s, vlogen we door een videogame, bekeken we een 4D film (inclusief wind en water) en werder er meerdere ritten gemaakt in The Dragon, een andere achtbaan. Om vijf uur was het gedaan met de pret en reden we richting Ribe om bij de plaatselijke Burger King aan te schuiven.

Om half acht waren we weer terug in de rust van het eiland en nog ruim op tijd voor de jaarlijkse dodenherdenking. Morgenochtend doen we rustig aan, in de middag is het tijd voor paardrijden voor de meiden en midgetgolf voor de mannen.

De weergoden waren nog steeds in een uitermate goed humeur toen we vanochtend naar buiten keken: wel wat lichte bewolking maar de zon was niet ver weg. Aangezien het brood uit Nederland nu wel op was, was het tijd voor een bezoek aan een plaatselijke bakker. Kilian stond te trappelen bij het idee om ’s ochtends vroeg in de auto te springen voor lekkere broodjes en was dan ook mooi op tijd wakker. De rit naar de bakker duurde een minuut of tien maar het was de moeite waard. Met wat eitjes en spek was het een calorierijk maar lekker begin van de dag.

Na de fietsdag van gisteren was er de behoefte (vooral bij Luus) om ook eens een stadje te bezoeken. Aangezien het eiland alleen dorpjes kent was het zaak om onze blik te richten op het vasteland. Wonderwel waren we er heel snel uit: op iets meer dan een half uur rijden bleek Ribe te liggen, de oudste stad van Scandinavie die al in het jaar 750 werd gesticht door de Friezen en de Noormannen. Het historische oude centrum sprak papa en mama aan, de aanwezigheid van winkels was voor Luus iets om naar uit te kijken.

Om eindelijk toch even het strand te zien reden we op de heenweg bij Lakolk even het strand op, een vreemde maar wel erg leuke ervaring.

De rit verliep verder voorspoedig over nagenoeg lege wegen en pas op de parkeerplaats even buiten het centrum bleek het toch wel druk te zijn. Toch was een plekje snel gevonden. Het echte centrum bleek nog een kwartiertje lopen waarbij wel al snel de kenmerkende scheefgezakte vakwerkhuizen zagen. De eerste stop was de Romaanse domkerk uit het jaar 1117, wel mooi maar eerlijk gezegd niet heel bijzonder. Tweede stop was een aangrenzend terras waar we al snel aan de cappucino en Deens gebak zaten, inmiddels onder een (weer) onbewolkte hemel.

Al slenterend door de straatjes mooie oude gebouwen werd er ook meteen gewinkeld, althans een poging tot want de prijzen bleken behoorlijk. Uiteindelijk werden er allen wat haarbandjes (mama) en Pokemonkaarten (Kilian) aangeschaft. Voor de lunch zochten we een plek op een binnenplaatsje waar we al eerder waren langsgelopen en bestelden we broodjes en soep.

Om ook Luus nog wat tegemoet te komen stopten we op de terug weg naar Romo ook nog even bij een kledingoutlet, hier bleken de prijzen gelukkig wat vriendelijker.

Rond vijf uur kwamen we weer terug op het eiland, gelukkig nog ruim op tijd voor wat boodschappen. Als avondeten werden dan toch de pannenkoeken klaargemaakt die eigenlijk gisteren al op het menu hadden gestaan, samen met een lekkere fruitsalade. Na het eten gingen papa en Kilian nog even naar Havneby om de voetbalhonger van Kilian te stillen (zo noemde hij het zelf tenminste….) op een grasveld met twee doelen. Met op de achtergrond de terugkerende vissersboten werd er nog wat op doel geschoten. Mama en Lucia waren in het huisje bezig met de voorbereidingen voor morgen: Legoland!

In een uiterst spontane opwelling sprongen we bij het zien van een mooie zonsondergang even na negen uur nog in de auto naar het Laklok strand. De zon hadden we helaas net gemist maar de rit over het strand met zicht op een oranje/paarse/gele lucht was pachtig. Bij terigkomst in het huisje was de thee met honing en gember precies op temperatuur.

Gisteren hadden we al een voorzet gegeven voor de invulling van vandaag met het huren van twee tandems. Doel was de 31 kilometer lange Panoramarute die langs alle bezienswaardigheden van Rømø loopt. De nacht was heel goed geweest en op Luus na (vaak wakker geweest) had iedereen als een blok geslapen. Kilian had er toch de voorkeur aan gegeven om samen met Luus op een kamer te liggen en dat vond ze gelukkig prima. Het ontbijtje bestond uit gekookte eitjes en Nederlandse afbakbroodjes met Deense kaas en na wat inpakwerk reden we even voor 10 uur richting Havneby.

De uitermate vriendelijke eigenaar van het fietsenverhuurbedrijf stelde de zadels nog even op de goede hoogte en we konden van start. Deze bleek wat vals te zijn toen we werden afgeleid door een outdoor/sportwinkel tegenover de fietsenzaak. Een half uur later dan gepland reden we dan toch weg, mama met een nieuwe fleece, papa met een nieuwe softshell en petjes voor Luus en Kilian. Het begin van de route liep langs de doorgaande weg waar we nog even stopten bij een supermarkt voor zonnebrandcreme en wat lekkers.

De eerste stop was de oude brandweerkazerne van Rømø waar we de net gekochte maple/pecan broodjes, muffin (Kilian) en chocoladecroissant (Lucia) soldaat maakten. Het vervolg van de route liep richting de kust en uitendelijk pal langs ons onderkomen in Lakolk. Rond het middaguur kwamen we aan in het winkelcentrum bij Lakolk wat verdacht veel weg had van een echte ” tourist trap”, getuige de prijskaartjes waar ook keurig de Euro prijs op werd vermeld. Toch vonden we er een leuk magneetje voor op ons fotobord thuis en konden we een reservering maken bij Cafe Fru Dax, een restaurant dat erg goed schijnt te zijn.

Na een snelle lunch hesen we ons weer in het zadel en vervolgden we onze weg weer rchting Bolilmark, het noordelijkste punt van de route. Vergezeld door het geluid van de Deense luchtmacht die in het uiterste noorden van Rømø (Norreland) aan het oefenen was, kwamen we ook nog langs het hoogste punt van het eiland, de Høstbjerg (19 m). na een snelle klim naar de top ging de route weer richting het zuiden.

De Høstbjerg (19 meter)

Het tweede deel van de toch liep over onverharde wegen door mooie bossen. Papa en Kilian waren absoluut niet gecharmeerd van he gehobbel door alle losliggende stenen en waren blij dat uiteindelijk Havneby weer in zicht kwam.

Het avondeten bestond uit echte ouderwetse pannenkoeken, tenminste dat was het idee. De kink in de kabel bleek de afwezigheid van eieren waardoor we last minute moesten switchen naar afbakstokbrood, knakworsten met Thousand Island dressing (we hadden verder geen suasjes bij ons, bleek toch best lekker), Cup a Soup en een fruitsalade. Het slotstuk van de dag werd weer gevormd door gebadder en wat spelletjes. Morgen gaan we op het vasteland naar Ribe, de oudste stad van Scandinavie.