Twee jaar geleden was al eens het plan ontstaan om in het voorjaar een verblijf te plannen in Denemarken. Vooral het eiland Rømø had de aandacht vanwege de manege met IJslanders maar vanwege de Corona ellende was het er nooit van gekomen. Dit voorjaar ontdekte mama het eiland eigenlijk opnieuw via een website die was gewijd aan bijzondere plekjes in het buitenland. Met name een specifiek huis vonden we wel erg mooi en een week in de meivakantie was snel geboekt.

Zaterdag 30 april was het dan zover, na een dag inpakken (mama was al een week vrij en had al veel meer kunnen voorbereiden) stapten we om 7 uur ’s ochtends in de auto. Het voelde wel vreemd, zo zonder aanhangwagen en dakkoffer maar alles was tocg echt ingepakt. Met mooi weer was het prettig rijden en met alleen een wel heel vervelende file in de buurt van Hamburg kwamen we rond half vijf aan op het eiland. De sleutel werd gehaald in zuidelijk gelegen Havneby en na 10 minuten weer noordwaarts rijden kwamen we eindelijk aan bij “ons” huis in Lakolk.

De foto’s hadden gelukkig niets te veel gezegd en na alles uitladen en vooral genieten van het uitzicht vulden we met tomatensoep en de ’s ochtend gesmeerde broodjes onze magen.

Het vervelende moment dat zich elke vakantie weer aandient was vandaag de harde realiteit: alles moest worden ingepakt voor de reis terug. Gelukkig bleek de weersverwachting accuraat en was het ook vannacht droog gebleven, de zon straalde ons bovendien vrolijk tegemoet. Omdat Erik en papa erg enthousiast waren over de Grand Frais versmarkt waren mama en Nicole overgehaald om vanochtend eens mee te gaan. Kilian was ook niet te houden met in zijn achterhoofd de belofte dat er voor de terugweg een bak snoep mocht worden uitgezocht.

Na een snel ontbijt begaven Lucia en Kilian zich naar het meer voor een duik met Gwen en Roy. Papa en mama storten zich op de ondankbare taak om de tent te ontruimen en alles een plekje te geven in de auto, aanhangwagen en dakkoffer. Rond twee uur was de klus dan toch echt geklaard en plonsden we voor de laatste keer nog een keer in “ons” meer onder toeziend oog van het Mont Blanc massief dat zich op een enkele wolkenbank na helemaal liet zien.

Na balend afscheid te hebben genomen van de Booghjes reden we even na vieren weg van de camping, al druk fantaserend of we nog voor een vierde keer gaan terugkomen. Om acht uur reden we de parkeerplaats van het hotel op waarna de lokale Mc ons weer van een warme hap voorzag. Het waren drie heel geslaagde weken geweest.

De weergoden leken ons gunstig gezind te zijn toen we vanochtend wakker werden met de zon op de tent. Na het vaste ritje naar de bakker en een ontbijtje in de tent omdat het buiten toch nog wat fris was diende de harde werkelijkheid zich aan. Ons voornemen was tot nu toe om zaterdag af te reizen naar Nederland maar vanwege een wat wisselende weersverwachting (droge tent) en het feit dat papa een extra dag thuis toch wel prettig vond besloten we om vrijdag al te gaan rijden. De hotelreservering was al omgezet en we begonnen met frisse tegenzin aan de eerste inpakwerkzaamheden waarbij we aan het einde van de ochtend toch nog werden verrast door wat regen.

Na de lunch leek het dan toch serieus opgeklaard en waren we het met elkaar eens dat een wandeling toch wel fijn zou zijn. Meest voor de hand liggend was de wandeling naar Lac de Javen bij Megeve waarvoor we eerder deze week al eens onverrichterzake waren teruggekeerd vanwege serieuze regenbuien. De rit naar Megeve gaf goede hoop want we werden onthaald door een blauwe lucht. Vanaf de parkeerplaats bij het sportpark liepen we richting het centrum waar we uiteindelijk de bordjes vonden die verwezen naar het meer.

Gezien het feit dat de wandeling werd vermeld in een officieel boekje (“Les plus belles randonees – Lacs er cascades autour du Mont-Blanc”) viel de aard van de wandeling ons eerlijjk gezegd een beetje tegen. Vanuit het prachtige centrum liep de route in het begin over een erg steil geasfalteerd pad dat later deels overging in een onverhard pad. Feit was wel dat we nog steeds voorbij werden gereden door een sporadische vrachtauto en zelfs gemotororiseerde grasmaaiers. Het tweede deel van de route liep door een buitenwijk van Megeve (La Maz) met prachtige huizen waarbij we voor het laatste deel in een bos terecht kwamen. Het einddoel bleek een omhekt meer met prachtig uitzcht op een indrukwekkende rotswand. In een heerllijk warm zonnetje aten we ijsjes en nestelden we ons in zonnestoelen tot we er genoeg van hadden.

Voor de weg terug kozen we bewust voor een andere route die ons ook terugbracht in het centrum van Megeve. Het was inmiddels eind van de middag en van alle inspanning waren we hongerig. De stap naar het zoeken naar een restaurant was dan ook snel gezet. In het centrum zelf bleek het erg druk en we bedachten ons dat we eerder deze week een pizzeria hadden gezien tegenover de McDonalds waar we waren geweest. Dti bleek een schot in de roos, een klein zaakje dat druk werd bezocht door de locals met aardige eigenaren, Corsicaans bier en bovenal echt heerlijke pizza’s.

Best wel een beetje moe maar heel voldaan reden we de twintig minuten terug naar de camping. Voor morgen wordt er weer mooi weer voorspeld.

In een druilerige regen hadden Erik en papa het ontbijt geregeld. De weersverwachting klopte wat dat betreft prima want de dikke grijze wolken hadden het uitzicht op de bergen compleet verdreven. Om het natte leed enigzins draaglijk te maken werd er bij de bakker een taart gehaald voor bij de koffie.

Door alle nattigheid was er verder weinig meer te doen dan wat spelletjes en wat lezen. Voor de lunch werden al onze voorraden aangesproken waardoor vooral Lucia kon genieten van een stokbroodje met ravioli en stond er ook nog pannetjes met ragout en vegetarische gehaktballetjes. Na de lunch bleek de hemel wat op te klaren en waagden we ons hoopvol naar buiten. Na wat jeugd er van te hebben overtuigd dat het toch echt goed is om er even uit te gaan begonnen we aan een wandeling rond het meer waarbij we pas aan het einde werden getrakteerd op nieuwe regen.

Deze keer bleek het serieus en bleef het lang stevig doorregenen, zelfs zo erg dat het gevoel dat we al de nattigheid zat waren de overhand begon te krijgen. Uiteindelijk moest er nog wel eten op tafel komen, papa ging daarom met de Booghjes naar de Carrefour voor op te bakken aardappelblokjes en een heerlijke salade. Het regende nog lang door deze avond…

We stonden vandaag op met een voorzichtig zonnetje en na een bakkersontbijtje met een bak fruit van de Grand Frais was het wat rommelen bij de tent. De buren hadden de avond ervoor een klassieke ramp doorstaan, een van de luchtbedden was lek. De eerste prioriteit van de dag was dan ook duidelijk, een bezoek aan de Decathlon voor een nieuw exemplaar. Oorspronkelijk had Erik het plan om even alleen te gaan maar omdat papa een bezoekje aan de Decathlon nooit aan zich voorbij zal laten gaan gingen we met z’n tweeen richting de Mountain Store vlakbij de camping. Mama stortte zich ondertussen op een wasje.

Na een rondje Decathlon, een nieuw luchtbed en een de ontdekking van een mooie extra deel voor onze tent (volgend jaar?) was het tijd voor lunch op de camping. Hoewel we gisteren een behoorlijke inspanning hadden geleverd met de wandeling naar Lac Blanc bleek er toch nog wel behoefte om wat te gaan doen. Wandelen was totlaal geen optie maar het bezoeken van een stadje leek iedereen een prima idee en Chamonix had bij iedereen de voorkeur.

Het vinden van een parkeerplaats is met de overvloed aan toeristen altijd een uitdaging maar met een beetje mazzel lukte het ons weer om een plek te vinden op loopafstand van het centrum. De rest van de middag besteden we aan het slenteren door de winkelstraten, eten van wat macarons en werden er wat aankopen gedaan waaronder een tweetal metalen mokken voor papa en mama zodat de campingkoffie extra lekker zou smaken. Aan het einde van de middag begon het te regenen en gingen we op zoek naar een tentje om wat te eten. Aan het einde van de hoofdstraat liepen we compleet toevallig tegen een leuk pizzarestaurantje aan dat werd gerund door een Schot.

Ondanks de regen moesten we wel buiten op het terras zitten omdat alleen compleet gevaccineerden in het restaurant zelf werden toegelaten. Bleek verder geen probleem aangezien we de toevlucht konden nemen onder een aantal parasols en bovendien bleken de pizza’s heerlijk. Met een kopje expresso/cappucino als dessert begaven we ons weer naar de auto voor de bochtige weg terug naar de camping.

Morgen waarschijnlijk een regendag…

Al voordat we koers hadden gezet naar Frankrijk waren we door Erik al eens gewezen op een wandeling naar Lac Blanc. Een populaire route in het dal van Chamonix aangrenzend aan de ons welbekende Brevent. Met een deze week wat haperende zomer was het ons opgevallen dat het vandaag de mooiste dag van de week zou zijn. Omdat we voor Lac Blanc ons weer boven de 2000 meter moesten begeven was vandaag het moment aangebroken om deze wandeling nog te kunnen maken.

Na ons vaste Franse ontbijtje werden snel alle rugzakken ingepakt. Nicole en Roy hadden helaas aangegeven om liever op de camping te blijven, Nicole zag het nog wel zitten maar voor Roy was de gedachte aan een gondel en stoeltjeslift wat te spannend. Dat we niet de enigen waren die gebruik wilden maken van het mooie weer bleek al tijdens de rit naar Telepherique de Flegere. Al voor Chamonix kwamen we terecht in een file waardoor wat bij heel wat automobilisten voor de nodige stress zorgde. Ook het parkeren in Flegere was een uitdagende onderneming maar gelukkig vonden we in een klein straatje nog ruimte om te parkeren. Ook hier konden we weer bijna 100 Euro aftikken voor een rit in zowel de Telepherique de Flegere als de aansluitende Telesiege de l’Index.

De Telesiege takelde ons regelrecht de wolken in en we moesten best even wennen aan de hoogte en de kou. Wat voorzichtige doorkijkjes in de bewolking gaf ons wel hoop dat de bewolking verder weg zou trekken.

Dat bleek wel even te duren tijdens de wandeling van 1 uur en 15 minuten maar toch lieten de toppen en gletschers zich aan de overkant van de vallei zich voorzichtig zien. Met af en toe een pauze stapten we door, opvallend genoeg in het gezelschap van meerdere groepen Japanners die we nog op geen enkele andere wandeling waren tegengekomen. Hoewel papa en Erik vooraf hadden ingeschat dat het een makkelijke wandeling was (begin- en eindpunt lagen ongeveer even hoog) bleek er in werkelijkheid soms nog flink geklommen en gedaald te moeten worden. Toch kwamen we na twee uur aan bij ons eindpunt, in het gezelschap van een enorme groep andere wandelaars die de tocht naar boven hadden gewaagd.

Tijdens de uitgebreide pauze zagen we voor het eerst live hoe de berghut bij Lac Blanc werd bevoorraad door een helikopter, best een spectaculair gezicht. Voor de terugweg besloten we een andere route te nemen die ons direct bij de gondels van Flegere zou brengen en waarmee we de stoeltjeslift konden overslaan. Onderweg zagen we nog een luie bergmarmot en rond vijf uur stapten we weer in de gondels naar het dal, gelukkig nog ruim op tijd voor de laatste rit naar beneden.

Terug op de camping bleken Nicole en Roy zich prima te hebben vermaakt, mama stortte zich maar weer eens op een afwasje en papa en Erik reden snel naar de Super-U voor de ingrdienten voor een barbecue.

Het was een onrustig nachtje geweest. Het begon met een grote vogel die midden in de nacht besloot om in de gote boom boven onze tent te gaan zitten. Het gekrijs had iets weg van een uil die last had van zijn luchtwegen. We besloten het gevleugelde beest dan ook de “Corona-uil” te noemen. Nadat het beest elders zijn toevlucht had genomen barstte er opnieuw een flinke regenbui los die de rest van de nacht en een groot deel van de ochtend zou duren.

Na een supermarkt ontbijt werd er wat rondgelummeld in de tent en had mama wat tijd voor een wasje. Toen de lucht opklaarde aan het eind van de ochtend begon het toch wat te kriebelen om nog in beweging te komen en in overleg met de buurtjes besloten we om naar Megeve te rijden. In een Franstalig boekje met wandelingen naar watervallen en meren in de omgeving stond een relatief eenvoudige en korte wandeling vermeld die we in een paar uurtjes konden doen. Na een rit van een klein half uur vonden we een plekje in een parkeergarage en liepen we naa buiten waar we onthaald werden op een nieuwe regenbui. Een snelle blik in de lucht liet zien dat het niet ging om een kort buitje en met de staart tussen de benen reden we de berg weer af om er achter te komen dat het in het naburige dal waar de camping lag nog steeds droog was. In Combloux werden er door Erik en Nicole nog heerlijke frambozen- en aardbeien tartelletjes gekocht die we op de camping soldaat maakten.

Om toch nog te wandelen volgden we een aantal bordjes bij de camping om na een half uur te stranden in een van de buitenwijken van Sallanches waar geen wandelbordje meer was te vinden. De terugweg werd ingezet en het lukte ons gelukkig wonderwel om een andere en veel leukere route te vinden die liep langs La Bialle, een klein riviertje dat eindigde in ons eigen Lac de Passy.

Het avondeten was supermakkelijk: tijdens de rit naar Megeve was het de jeugd opgevallen dat er aan het begin van Megeve een McDonalds was gevestigd in een pand dat iets weg had van een chalet. De rit naar Megeve werd opnieuw afgelegd om er achter te komen dat het daar nog steeds regende. De McDonalds zelf bleek wat matig met een vieze vloer en in sommige gevallen halflauwe frietjes. Bij terugkomst op de camping was er geen afwas, dat dan wel…

Voor vandaag stond er niet veel gepland. Een bewuste keuze omdat de Booghjes nog wel wat rust konden gebruiken na de stressvolle voorbereiding van de vakantie en de lange reis. Papa reed samen met Erik naat de Grand Frais versmarkt met aangrenzende boulanger voor het ontbijt.

De weersverwachting voor vandaag was wat matig, vooral later op de middag, en de kinderen hadden zwemmen in het meer als heilig doel gesteld. Na het ontbijt werden de zwemspullen gepakt, inclusief de oplaasbare unicorn van Lucia, en werd er een mooi plekje bij het meer uitgezocht. In een warm zonnetje maar met een fris windje was het best lekker zwemmen en Gwen, Lucia, Roy en Kilian leverden midden op het meer een strijd om alle opblaas-attributen.

Lunchen deden we bij de tent onder een inmiddels bewolkte hemel en halverwege de middag werden er boodschappen gedaan bij de Carrefour. We liepen wat verbaasd de supermarkt uit toen bleek dat de zon opeens weer uitbundig scheen. Dat gaf ons wel de kans om met z’n allen uitgebreid te borrelen op de camping. Iets waar we later wel weer van terugkwamen toen de regen zicg toch echt aankondigde en we overdekt ons potje voor acht personen moesten koken: twee soorten pasta (tomatensaus en tomatensaus met gehakt) en een hele lekker Caprese salade.

Het is al jaren traditie dat we een deel van de vakantie doorbrengen met onze buren/vrienden, de Booghjes. Na twee keer Concarneau, een keer Freudenstadt en een keer Lac de Passy hadden we dit jaar weer een week overlap ingepland. Net zoals ons stressvolle vertrek was ook hun voorbereiding door de Corona allesbehalve ontspannen geweest maar gekukkig waren alle tests negatief en kon de vakantoe doorgaan.Vandaag was hun geplande aankomst en aangezien de weersverwachting wat twijfelachtig was, hoopten we vooral dat de tent opgezet kon worden voordat de regen zou losbarsten.

na een ontbijtje in een voorzichtig zonnetje rommelden we wat rond de tent en vermaakten we ons met een potje badminton en wat rommelen rond de tent. Na een vroege lunch verplaatsten we ons naar de tafeltennistafels aan het begin van de camping. Rond half twee kwamen ze na een nacht doorrijden aan en aangezien de receptie nog dicht was liepen we naar ons plekje voor een koude Panache en wat chips. Gwen, Lucia, Roy en Kilian konden niet wachten om te gaan zwemmen en met de badpakken en zwembroeken aan rende het viertal richting het meer.

Na drie uur werd met vereende krachten de tent opgezet en toen alles stond reden we naar de Super-U in Passy voor het avondeten: Franse Steak Hache (hamburgers) op een hamburger broodje a la brioche, een salade en een bak rauwkost. Na het eten was het nog tijd voor een potje Uno tot het donker werd.

Eerder deze vakantie hadden we fijn gewandeld bij Les Houches, waar we ondanks een bewolkte dag toch naar boven waren gegaan. Tijdens de klim hadden we al het idee dat de wolken mooi uitzicht op het de bergen rond Chamonix belemmerden waardoor we wel een keer terug moesten komen. Met een voorspelling van een onbewolkte en warme dag was er geen beter moment dan vandaag.

Met een relatief makkelijk ontbijt reden we nog voor tien uur van de camping weg om na 20 minuten aan te komen in Les Houches. De gondel bracht ons naar 1800 meter en voor de mentale voorbereriding waagden we ons eerst aan een kop koffie of in het geval van Lucia aan een cappuccino. Vanaf het terras van het hutje zagen we de verijsde hellingen van de Aguille de Bionassay glimmen in de zon, het was inderdaad een perfecte dag.

Om Lucia en Kilian tegemoet te komen en om het voor onszelf wat afwisselend te maken kozen we er voor om de route precies andersom te lopen met een geleidelijke klim omhoog en een wat steiler pad in de afdaling. Al tijdens de eerste minuten keken we elkaar wat lacherig aan vanwege het enorme verschil met de eerste wandeling. De kleine, grijze wereld had plaats gemaakt voor een groots uitzicht op de vallei van Chamonix. Van de Zwitserse bergen in de buurt van Col de Balme, de top van de Brevent van onze eerste wandeling tot aan de Mont Blanc en alle omringende vierduizenders. Ondanks de mooie plek viel het met de drukte erg mee, met de zwaarte van de wandeling ook want na een uur waren we op het hoogste punt, Mont Lachat op 2115 meter.

Met onze billen tussen de bloemen van de alpenweide werd het brood, worst en kaas en wat gekookte eitjes tevoorschijn gehaald voor de lunch. We werden getrakteerd op het gebulder van lawines die sporadisch van de Glacier de Bionassay naar beneden kwamen.

Papa en mama hadden wel de hele middag op deze plek kunnen zitten maar na een poosje vond de jeugd het genoeg en zetten we de afdaling in. Onderweg werd nog een flink stuk quartz meegenomen voor in de tuin in Nederland en rond twee uur waren we weer beneden in het dal.