Wakker worden met de wetenschap dat alle slaapspullen en de tent afgebroken en ingepakt moeten worden voelt heel anders dan wanneer er een vrije dag in het verschiet ligt. De laatste rit naar de bakker was dan ook wat weemoedig en na een snel ontbijt werd de vaart gezet achter het leeg maken van onze mooie plek op de camping. Rond half elf zat alles droog en veilig ingepakt en liepen we met z’n allen nog naar Les Criques voor een kop koffie. Met zicht op de Mont Blanc die baadde in ze zon, nipten we onze cappucino weg uit een kartonnen bekertje. Terug op de camping was het voor de Booghjes toch echt tijd om naar hun volgende bestemming te gaan en we namen sip afscheid van elkaar.

Wij zelf parkeerden de auto met karretje achteraan op de camping en liepen vervolgens met lunch en de zwembroeken aan naat het meer voor een laatste duik. De top van de Mont Blanc verschool zich achter een wolk maar liet zich uiteindelijk toch weer zien – in het verleden voor ons een teken dat we toch nog weer eens terug moesten komen op deze plek. Of volgend jaar de zesde keer gaat worden weten we nog niet.

De rit van drie uur naar het Ibis hotel in Dijon leek eindeloos maar uieindelijk kwamen we toch aan. De Mac zorgde voor het avondeten en na een warme douche doken we ons bed in.

De weergoden keken geruststellend op ons neer vanochtend. Waar het gisteren in de ochtend voor het eerst best wat had geregend op de camping waren de voorspellingen voor vandaag en morgen weer prima. Alle kans dus om de spullen droog ingpakt te krijgen en dat is altijd erg prettig. Natuurllijk wilden we nog wel even van de Marie Blachere croissantjes genieten en de teleustelling was groot toen deze dicht bleek te zijn vanwege de Franse nationale feestdag op 15 augustus (Maria Hemelvaart/Jour de l’assomption de Marie). De Intermarché in Domancy bracht weer de redding ondanks dat de croissantjes het natuurlijk niet konden halen bij de versie van de bakker. Daarna was er geen ontkomen meer aan. Eerst de auto helemaal leeg, kledingtassen reorganiseren en opnieuw inrichten, kookspullen inpakken en de partytent afbreken. Gelukkig bleef er zoals altijd nog wel ruimte voor een duik in het meer.

Voor het avondeten hadden we onze zinenn gezet op de heerlijke pizza’s van Pizzaiola in Megeve. De bochtige rit er naar toe was in het verleden absoluut waard gebleken en rond half zes kwamen we in beweging. Bij het pizzeria aangekomen werden we geconfronteerd met onze vroege eetgewoontes en eerder dan zeven uur konden we er niet terecht. Bij het zoeken naar een alternatief daalden we af naar het dorp Combloux waar we ook mis grepen. Terig bij Pizailoa bleek de vroegste optie nu te zijn verschoven naar kwart voor acht…. In arren moede belde papa op de parkeerplaats op goed geluk wat pizzeria’s in Sallanches en daar bleek een enthousiaste dame nog plek te hebben voor acht hongerige Hollanders.

De pizzeria bleek gelukkig heerlijke pizza’s te serveren maar het restaurant zelf bleek door de grote pizza-over een levensgroot rechaud te zijn. Het was zo warm binnen dat we af en toe even naar buiten moesten lopen om wat af te kunnen koelen. Om de hitte te kunnen ontvluchten bestelden we geen toetjes maarr besloten we om terug iop de camping nog even langs restaurant Les Criques te lopen voor een dessert. Dat bleek alleen nog mogelijk in de broem van voorverpakte ijsjes maar dat mocht de pret niet drukken.

Morgen rijden we weer richting ons lage landje aan de zee.

Met het plan voor Geneve dat niet door kon gaan waren we naarstig op zoek naar een andere bestemming voor deze dag. Na het ontbijt kwam Erik met het plan om een bezoekje te gaan brengen aan Yvoire, gelegen aan de Franse zuidwestelijke oever van het meer van Geneve. Met ruim vijf kwartier best een eind rijden maar het klonk de moeite waard en bovendien konden we zo alsnog een blik werpen op het meer van Geneve. Met de tassen ingepakt en de navigatie ingesteld reden we rond elf uur weg van de camping.

De rit verliep voorspoedig en aan de buitenrand van het dorp werden we ontvangen op een megagrote parkeerplaats waar we gelukkig nog een plek vonden. Gelukkig lag de P aan de rand van het centrum en enkele minuten later glom de zilverkleurige torenspits van de Eglise Saint Pancrace d’Yvoire ons tegemoet in het felle zonlicht. De smalle straatjes waren behoorlijk druk maar gelukkig waren er genoeg leuke winkeltjes om in rond te kijken. Omdat het al lunchtijd was liepen we langs de kerk naar beneden en vonden we een plekje aan de rand van het meer. Het stokbrood en de Bretonse Brets chips vonden hun weg naar onze magen terwijl we wat meewarig keken naar een aantal mannen die onder een felrood “Baignade Interdite” bord een duik namen in het heldere water. De reden hiervoor stond er ook bij vermeld, de aanwezigheid van de E-Coli bacterie in het water (ook wel: poepbacterie)….

Yvoire is gebouwd op een soort schiereiland en nam daardoor in het verleden een strategische positie in. Logisch gevolg was dan ook de bouw van een kasteel in de 12e eeuw. Na de lunch liepen we verder door het middeleeuwse plaatsje richting dit kasteel. We gingen er niet in maar liepen nog wel de steigers in de kleine haven op om er een mooie foto van te kunnen maken. Na nog wat lekkere ijsjes te hebben gekocht liepen we door naar de “echte” haven van waaruit ook alle toeristenboten vertrokken. Daarna slenterden we weer richting de auto voor de rit tentwaarts.

Bij de Super-U in Passy werden inkopen gedaan voor wat ingredienten om wraps te maken, kipspiesjes, sla, tomaten, tabouleh en stokbrood.

Al op een van de eerste dagen was ons oog gevallen op een Frans servies dat ons huidige Ikea servies thuis deed verbleken. Omdat de favoriete kleur groen er maar heel beperkt was keken we bij elk bezoek aan deze supermarkt of deze was aangevuld, tot nu toe zonder succes. Om de kans op succes wat te vergroten hadden we al ontdekt dat er in de nabijheid nog een Carrefour Hypermarche was, in Cluses.

Vandaag begon weer uittermate rustig. Na een late wekker en een prima ontbijtje bedachten papa en mama dat vandaag eigenlijk een prima dag kon zijn om ons gelukt te beproeven vwb het servies. Lucia en Kilian deden niets liever dan zwemmen en relaxen en onze buurtjes vonden dat ook geen enkel probleem. Na de lunch werd het adres van de Carrefour ingetoetst in de navigatie terwijl de rest in het koele meer dook. Na 32 haarspeldbochten en bijna drie kwartier later stonden we elkaar wat verbaasd aan te kijken voor een schattig kleine “Carrefour Montagne”, hoog in de bergen. Door een fout in de navigatie waren we de verkeerde kant op gestuurd.

De fout werd uiteindelijk vrij snel hersteld en we vonden de weg naar de juiste Hypermarche in het dal. Dit bleek wel een vreemde plek te zijn: een enorme winkel met gigantisch brede paden, ietwat gedateerd en bovendien was vrijwel niemand. Ook geen servies overigens dus na wat koude drankjes zetten we koers terug naar de camping via de Carrefour in Sallanches. Daar ook geen servies maar wel avondeten in de vorm van Pasta Arabiata en Fusili en daarbij een lekkere Caprese. Een van de favoriete maaltijden deze vakantie waar zelfs Kilian drie borden van naar binnen werkt.

Na het avondeten was het nog even lekker hangen. Het plan om morgen naar Geneve te gaan kon niet doorgaan vanwege een vergeten ID kaart waardoor het aan de grens wel wat spannend kan worden. We gaan morgen kijken wat we als alternatief kunnen doen.

Badmintonnen met lichtgevende shuttles

Na de regen van gisteren was de warmte van de zon alweer nadrukkeliijk aanwezig bij het openritsen van de tent. Met temperaturen van ruim boven de 30 graden is het aktijd even zoeken naar geschikte activiteiten, buiten dobberen in het meer natuurlijk. Een van de opties die we hadden bedacht waren de Gorges de la Diosaz, een smalle kloof op een kwartier rijden van de camping. Deze kloof is aan het einde van de 19e eeuw geschikt gemaakt voor bezoekers, wat betekende dat er over vrijwel de gehele lengte ene houten vlonderpad moest worden gemaakt met enkele bruggen over het snelstromende riviertje. De beschutting van de kloof in combinatie met snelstromend koud water klonk bij iedereen als muziek in de oren en aan het einde van de ochtend reden we van de camping.

Het parkeren bleek zoals overal deze vakantie een uitdaging en zelfs voor de kassa stonden we in de rij.

Eenmaal in de kloof zelf viel het nog wel mee met de drukte, al was het op sommig smalle pasaages wel even passen en meten. De wandeling was inderdaad heerlijk koel, de houten vlonders en met name de bruggen lieten wel duidelijk de dieptes er onder zien en zit zorgde er bij Nicole en Roy voor dat de hoogtevrees werd getriggered. Toch kwamen we met z’n achten uiteindelijk aan bij het eindpunt van de route. Het pad liep oorspronkelijk nog kilometers verder door de kloof maar dit is in de jaren negentig gesloten vanwege gevaar voor vallende stenen.

Op de terugweg vonden we in de kloof zelf een mooie plek voor een late lunch, zo laat zelfs dat een echte Fransman op z’n horloge tikte toen hij ons onze baguettes met kaas weg zag werken.

Na wat boodschappen voor het avondeten snakte iedereen naar de koelte van het meer en we vonden nog een plekje in de drukte. Het is deze dagen zo druk bij het meer dat de toegangsweg al een aantal keren door de politie werd afgesloten. Alleen door het wapperen van onze Tohapi-folder werden we er nog doorgelaten. Terwijl de eerste bliksemschichten al zichtbaar waren boven de Mont Blanc werd de camembert opgewarmd en werden de worstjes gebakken. Ook nu bleef het onweer gelukkig ver weg en bleef de regen ons deze keer bespaard.

Na de best pittige wandeling van gisteren was het een logische beslissing om de benen vandaag wat rust te geven. De verwachte spierpijn was gelukkig wel achterwege gebleven. We dachten deze keer goed voorbereid te zijn op het feit dat het zondag was en hadden gisteren al een brood gekocht. Zoals het echt Frans brood betaamt bleek dit na een nachtje te zijn omgevtoverd van goudbruin knapperig naarr een bleke, zachte massa. Met wat Port Salut en goede koffie werd er nog wat van gemaakt. De rest van de ochtend werd er geluierd, mama wat klusjes in en rond de tent, papa werkte het dagboek bij en Lucia en Kilian kozen vanzelfsprekend voor de aanwezigheid van Gwen en Roy. Na de lunch op de camping zetten we met z’n achten koers naar Chamonix.

Het plan was oorpspronkelijk om de auto in Les Houches te parkeren en per trein naar Chamonix te gaan, om parkeerstress voor te zijn. Omdat het parkeren bij Les Hocuhes zelf ook wat onduidelijk bleek en de laatste trein terug wel heel vroeg ging zetten we onze hoop toch op het vinden van een parkeerplek in Chamonix zelf. Op een van de laatste P’s vonden we gelukkig nog een plek voor ons blik. Tijdens het rondje slenteren door de snikhete stad scoorde papa nog een shirt bij de North Face Store, Kilian ging voor een mooie sleutelhanger en Luus en Gwen kozen samen voor een identiek armbandje. Om ons vijfde keer op deze plek te eren, kochten we ook nog een sticker voor op de dakkoffer.

Het eten bleek even een zoektocht. De pizzeria waar we de vorige keren hadden gegeten bleek er niet meer zijn en een indiaas restaurant viel last minute toch niet in de smaak. Gelukkig vonden we nog een plek op het terras bij La Boccalatte waar we oprecht heerlijke pizza;s en pasta’s kregen voorgeschoteld, afgetopt met enorme ijscoupes. De rit terug verliep voorspoedig en in de avond werden we nog getrakteerd op een dreigend onweer, na twee flinke klappen kwam er uiteindelijk alleen de eerst serieuze regen uit. Toen lagen wij gelukkig al onder de wol.

Van alle mooie plekken in deze omgeving, en dat zijn er heel veel, is Lac Vert er ook zeker een. Dit meer dat zich in de bergen bij Plaine Joux bevindt is relatief klein en wordt op sommige dagen dan ook overlopen door bezoekers. Reden waarom er in het verleden al maatregelen zijn bedacht om de natuur in ere te houden. Vissen, zwemmen en bootjes zijn verboden en waar er in eerdere jaren houten vlonders langs de oevers waren geplaatst om het meer aanvoudig rond te kunnen lopen bleken deze nu weg te zijn gehaald. Om het meer rond te wandelen moet er nu behoorlijk worden geklommen en geklouterd.

Het plan om met z’n allen Lac Vert te bezoeken, hadden we in Nederland al besproken en vandaag was qua weer een perfecte dag. We hebben wat dat betreft zeker niet te klagen, sinds we hier zijn hebben we een paar kleine buitjes gehad maar vooral prachtig weer met veel zon. Het startpunt was Plaine Joux, een plateau boven het dal van Passy dat geliefd is bij parapenters die zich daar in de diepte storen. Hoewel de parkeerplaats daar enorm is besloten we toch om enigzins op tijd van de camping te rijden. We vonden gelukkig een plekje in de blakerende zon en na even gekeken te hebben bij de parapenters doken we het lager gelegen bos in voor de korte wandeling naar het meer.

Ook vandaag was het behoorlijk druk maar toch hing er een rustige sfeer. Na wat fotomomentjes begonnen we aan een rondje rond en liepen al snel tegen een passage aan die flink wat klauterwerk vereiste. We kwamen er uiteindelijk prima doorheen en papa en Erik besloten om de waterdichtheid van hun telefoons te testen. Na een half uur waren we weer bij ons vetrekpunt en was het tijd voor de klim omhoog naar het zinderende Plaine Joux. Na wat goudomrande ijsjes oo het terras daar stortten we ons weer door de vele haarspeldbochten naar de Super-U in Passy.

De avond werd doorgebracht met een uitgebreide barbecue waarbij uitermate teleurstellende spareribs snel in afvalbak belandden. Morgen waarschijnlijk een camping-dagje.

Ergens hebben we een beetje een stille haat/liefde verhouding met Annecy, de stad op een uur rijden die nog wel onderdeel is van de haut-savoie en die we vrijwel elke vakantie die we hier door hebben gebracht met een bezoekje hebben vereerd. Nadelen zijn de enorme drukte qua mensen en verkeer, de prijzen en papa wordt nog wel eens zwetend wakker van de extreem smalle parkeergarages in het oude centrum. De voordelen zijn daarentegen groter: vrijwel altijd mooi weer, een werkelijk prachtige oude stad met kanalen waar azuurblauw water een weg vindt naar het al even zo mooie meer dat word omringd door hoge bergen. Niet zo vreemd dus dat we er ook nu weer voor kozen om deze stad te bezoeken nu het weer in en rond Passy wat onbestediger was.

Met onze zwemkelding aan reden we de stadse chaos binnen en vonden eigenlijk tot onze eigen verbazing een parkeerplek vlak langs het meer. We hoefden letterlijk alleen de straat over te steken om onze handdoeken uit te kunnen rollen op het plaatselijke strandje. Onder een zwaar bewolkte hemel namen Kilian, Erik, mama en pape een duik in het verrassend lekkere water. Klian liep een licht trauma op toen hij onverwacht werd “besnuffeld” door een vis van formaat en hij verklaarde de zwempartij dan ook voortijdig als beeindigd. Na wat stokbrood met beleg liepen we richting het oude centrum.

Het oude centrum bestaat uit een scala aan smalle straatjes waarin zich een enorm aantal bezoekers voortbewoog. Het zijn vooral restaurants, ijswinkels en souvenirshops die hier zijn te vinden en bij sommige woningen boven deze winkels waren protestborden te zien tegen de almaar groeiende groep toeristen. Vandaag waren we er dan toch maar even onderldeel van ene na wat dure maar enorme ijsjes werden er nog wat nieuwe petjes gekocht en werd er een bkliksembezoekje gebracht aan een leuke platenwinkel die we nog kenden van de vorige keer.

Voor het avondeten had de jeugd zijn zinnen gezet op crepes en deze vonden we in een druk restaurantje waar we toch nog met z’n achten een plek kregen. Wel binnen omdat het terras buiten al vol zat. De crepes met cider waren overheerlijk maar toch waren we blij toen we weer naar buiten liepen, het was erg benauwd binnen.

Na de terugrit werd er op een gelukkige droge camping nog wat gezwommen en bij de tent gerommeld. Morgen is het prima weer, waarschijnlijk rijden we met z’n allen naar Lac Vert.

Tijdens het bestuderen van de lokale wandelkaart gisteren was ons een wandeling opgevallen naar Chalet de Cerro. Dit is een relatief lage hut op nog net geen 1400 meter die zich op de oostelijke gletschermorene bevindt van de Glacier des Bossons. Deze wandeling had een aantal voordelen: er was geen dure gondel voor nodig en het pad liep vrijwel in zijn geheel in de beschutting van bomen.

Onze dag begon weer met een bescheiden wekker die op acht uur stond. Ook Lucia die al een aantal nachten in een tent met Gwen slaapt meldde zich netjes aan het ontbijt en bepakt en bezakt reden we om kwart over tien onder een onbewolkte hemel richting Les Bossons. Aanvankelijk kwamen we op een verkeerde route terecht maar nadat we onze fout hadden ontdekt liepen we via een minder aantrekkelijke asfaltweg de juiste kant op. Het asfalt maakte plaats voor een weg door een mooi bos waar we op verschillende plekken enorme rotsen tegenkwamen die de nabijheid van een gletscher verraadden.

Het pad versmalde zich verder en na ongeveer drie kwartier kwamen we de eerste doorkijk naar de gletscher tegen. We moesten hiervoor wel wat waarschuwingsborden voorbij om bovenop de morene te komen.

De hut zelf werd na een uur bereikt en deze was gesloten, iets waar we gelukkig al van op de hoogte waren. Na een snelle lunch klommen we de hut voorbij richting een drietal hogere uitzichtpunten. De eerste en tweede werden bereitk maar deze vielen wat tegen omdat het zicht werd belemmerd door inmiddels uit de kluiten gegroeide bomen. Het hoogste punt lag vervolgens nog op een half uur lopen maar door knieklachten van Luus werd besloten om om te keren.j0

Terug op de camping werd er bijgekletst met de Booghjes die heel lief het avondeten hadden geregeld. Na een zwem/afkoelsessie in het meer werd met vereende krachten de pasta met knoflook/arabiata saus gekookt die werd vergezeld door lekker caprese met buffelmozzarella. Om elf uur gingen de oogjes dicht. Morgen lijkt het qua weer een iets mindere dag dus gan we een bezoek brengen aan Annecy.

Zoals belooofd hadden we vandaag nog een rustdag ingepland zodat delicate balans van rusten wandelen weer was hersteld. Bovendien gaf het ook de kans om vandaag nog eens uitgebreid de hypermarche in te verkennen. Na een ochtend die in alle rust werd doorgebracht, papa en mama hadden alle tijd om wat wandelkaarten te bestuderen voor potentiele nieuwe wandelingen, zette de colonne zich in gang richting de enige Hypermarche die de omgeving rijk is: de Carrefour in Sallanches.

De eerste keer shoppen in een Franse supermarkt is altijd een beetje een feest der herkenning en tegelijktertijd ook weer niet. De Booghjes en de Vadertjes namen er deze keer ruim de tijd voor en na twee uur was het eeven bibberen bij de kassa. De lunch bij terugkomst op de camping was wel een indrukwekkende met visballetjes, rillettes, gedroogde worst en heerlijke kaasjes. Dat alles vergezeld van Panache en Tourtell. Na de lunch lonkte het meer vanzelfsprekend en werd er druk gezwommen, met de frisbee gegooid en geluierd in de schaduw. Dat de Fransen ook vakantie hebben was goed duidelijk, we hadden het nog nooit zo druk gezien sinds we hier 2018 voor het eerst kwamen.

Na een snelle douche was het tijd voor het avondeten en daarvoor zetten we koers naar restaurant Les Criques, gelegen aan het Lac de Passy.

In de schaduw van de bomen werd er heerlijk gegeten van de (vega)-burgers, zalm, salades en steaks terwijl we de sneeuw en gletschers roze zagen kleuren in de ondergaande zon. Na het eten was het in het donker tijd voor een rondje rond het meer terwijl de sterren boven ons tevoorschijn zagen komen. Morgen weer tijd voor een wandeling, waarschijnlijk Refuge de Cerro.